Het noordelijk merengebied

Swipe

La Ruta de los Siete Lagos (de weg van de zeven meren)

Een van de mooiste routes van het merengebied wordt Ruta de los Siete Lagos genoemd en is bij elke Argentijn bekend. Het is de RN 234 van San Martín de los Andes naar Villa la Angostura. Totaal 110 km. 

Je neemt in San Martín de los Andes de RN 234 bij het Lago Lácar richting het zuiden. Slingerend rij je door de bergen, bossen, langs watervalletjes en prachtige transparante meren zoals Lago Machónico, Lago Hermoso, Lago Falkner en Lago Villarino. Hier is het merengebied op zijn mooist, alleen kan de weg, die vrijwel uit grind en steentjes bestaat, soms na hevige regenval vol met plassen liggen. Want je rijdt grotendeels door een enorm bos van ñire- en coihuebomen. Na zo’n 10 km is de eerste stop bij Mirador de Pil Pil, want hiervandaan kun je nog eenmaal een spectaculaire blik werpen op Lago Lácar

In de vallei van Lago Hermoso staan estancia’s die in de jaren zestig van de vorige eeuw toebehoorden aan de Oostenrijkse meneer Vogel. De man van de natuurproducten had hier een enorm jachtterrein, want er zijn veel herten en gemzen in dit gebied. Totaal 67.000 ha grond! Maar hij kreeg moeilijkheden met de leiding van het nationale park en andere eigenaren, zodat hij toen maar een soort dierenpark creëerde: Parque zoológico Diana. Halverwege de jaren zeventig heeft hij alles verkocht. Zijn grond, de estancia’s, maar niet de dieren. Die leven nu vrij in de bossen. Bij het laatste meer, Lago Villarino heb je hostería Lago Villarino (02972-427-483, www.hosteriavillarino.com.ar) waar je op het terras een prachtig uitzicht over het donkerblauwe meer hebt. Waarom niet daar even stoppen, neem een versnapering en geniet van het mooie landschap en de rust. Vlak ervoor heb je aan je rechterhand de watervallen van Vulliñanco, die van zo’n twintig meter hoog naar beneden komen. Langs veel meren zie je hoge planten: de caña coihue (een soort bamboe). Ze zijn familie van de coihue-boom en groeien dicht tegen elkaar. 

Op een gegeven moment heb je bij Portezuelo aan je linkerhand een afslag naar Villa Traful, dit is de RP 65. Hier begint de alternatieve route naar Bariloche, die ik hierna zal beschrijven. Nu is het nog een kleine 30 km naar Villa la Angostura. Deze weg loopt tussen de twee meren, Lago Espejo en en Lago Correntoso. Langs deze weg is een goede camping: Lago Espejo Chico en bij Lago Correntoso is de eenvoudige Hostería Siete Lagos (deze wordt door een Mapuche-familie gerund en je kunt er wat eten, ze hebben heerlijke zelfgemaakte broden en alleen ‘s avonds is er elektriciteit). Iets comfortabeler is hostería Lago Espejo met een prima restaurant (alleen in de zomermaanden open). 

Enkele kilometers verder, nog steeds te midden van bossen, rust en transparante meren, is er een afslag naar Paso Cardenal Samoré, de grensovergang naar Chili. Het is de weg naar Osorno en Puerto Montt. Je bent nu aan de noordkant van het mooiste meer uit het merengebied: Nahuel Huapi. Hier langs de weg is een mooi luxehotel, gelegen aan de Rio Correntoso en het meer nl.: Hotel Correntoso. 4 Je verblijft er vorstelijk, een kamer kost vanaf € 145 en er is een restaurant.

Je bent niet ver meer van Villa la Angostura, een toeristisch en wat pittoresk dorpje, maar waar het wel heerlijk vertoeven is. Je komt niet alleen bij het mooiste meer aan, maar ook in het bekendste en mooiste gebied van het merengebied: alles rondom Bariloche. Maar daarover meer in het volgende hoofdstuk. 

Nu de andere route, die via Villa Traful gaat. Deze begint bij Portezuelo en gaat naar Confluencia (RP 65). Daar neem je de RN 237 naar Bariloche. Aan je linkerkant ligt een groot mooi meer, Lago Traful met zijn kristalheldere blauwe water, ontstaan uit de gletsjers. Het is een paradijs voor sportvissers, want forel en zalm zijn er in overvloed. De bossen rondom dit meer bestaan uit cipressen, de radal- en de maiténbomen. 

Na zo’n 30 km kom je bij Villa Traful, een vredelievend dorpje aan de rand van dit meer, dat geheel van het toerisme (sportvisserij) leeft. Het is wel leuk om even te stoppen, want er zijn enkele confitería’s en casas de té, waar je een voortreffelijke plek hebt om over het meer te kijken. Diepblauw van kleur en een en al rust om je heen. De beste tijd voor een bezoek is in december of maart, dan is het wat rustiger en de kleuren van het water en de bossen zijn dan op zijn mooist. Verder is er niet veel te beleven in dit dorpje. 

De huizen in Villa Traful zijn gebonden aan strikte regels die in harmonie moeten zijn met de omgeving. Deze bouwstijl ‘Estilo Tronco’ is ook van toepassing in deze omgeving. Alles hier straalt ‘Alpensfeer’ uit, terwijl de eerste bewoners Mapuche-indianen waren (Traful komt van ‘Travül’ in de Mapuche-taal en betekent ‘samen’) en de eerste blanken die eind 19de eeuw zich hier vestigden waren Noord-Amerikanen! Pas eind 1930 kwamen de eerste Zwitsers en Duitsers hier naartoe. Tegenwoordig zijn het weer de rijke Amerikanen, zoals Ted Turner (mediamagnaat), die in deze buurt een enorm stuk grond bezit. 

Villa Traful telt enkele hotels, waarvan Hostería Villa Traful (02944-479005) aan te bevelen is. Met ontbijt, betaal je voor een 2-pers.kamer € 40. Er zijn enkele campings die alleen in de zomer open zijn. Casa de té Ñancú Lahuén heeft heerlijke koffie en taarten, zeker doen! Is tevens een restaurant. Tweemaal per dag gaat er een bus naar Villa la Angostura en San Martín de los Andes. 

Je kunt er prima wandelen in de omgeving en vooral genieten van een unieke rust die de omgeving uitstraalt. Ook de flora is heel mooi, je ziet er prachtige bloemen en enorme bossen van ñires- en coihuebomen. Er is een leuke wandeltocht naar de watervallen boven achter het dorpje: Cascada del arroyo Blanco en Coa có. Achter Casa de Té Nancú is een pad dat naar de watervallen gaat. De mooiste wandeling is echter naar de Mirador del Traful, een klif die 70 m boven het water uitsteekt, waar je een schitterende kijk over het meer en de omgeving hebt. Het is zo’n 5 km van het dorpje richting Confluencia aan de weg (RP 65). Fototoestel meenemen! 

Langzaam gaat nu het landschap veranderen in rotsformaties afgewisseld met cañons. Bij Confluencia kom je uit bij de RN 237. Hier is een ACA servicestation en een confitería. Nu sla je linksaf naar de RP 63, de alternatieve route naar Bariloche. Als je van vreemde, mooie, grappige en spectaculaire rotsvormen houdt, wordt dit voor jou een prachtige route. Hier is het grotendeels een prairie- en cañongebied. Ze noemen het ook wel de Far West van het merengebied. Het is een zanderige weg, die slingerend door nauwe valleien gaat en steeds een verrassing in petto heeft. Want na enkele bochten verandert het landschap weer. Je ziet steeds andere prachtige rotsformaties, want door eeuwenlange erosie hebben ze de eigenaardigste vormen gekregen, die vaak op mensen, dieren en objecten zijn gaan lijken. 

 

Ook de kleuren zijn heel afwisselend; veel kobalt, kastanjebruin en gebroken wit. De beste tijd is in de namiddag, wanneer de zon minder hoog staat. Dan zijn de kleuren en de vormen op hun mooist, of in maart, april wanneer de herfst begint. Alles krijgt dan een goudkleurige of okergele tint. La Valle Encantado en Paso de Córdoba zijn de mooiste gedeeltes. 

10 prachtige bestemmingen in La Ruta de los Siete Lagos (de weg van de zeven meren) en Argentinië