Dit belangrijkste toeristenstadje in de Boliviaanse Amazone ligt aan de Río Beni, op een geografisch belangrijk punt. Hier komen namelijk drie ecosystemen samen; de tropische voorgebergtes van de Andes, de Amazone regenwouden en de savanne of pampa. De laatste twee zijn redelijk gemakkelijk te bezoeken vanuit Rurrenabaque door middel van een georganiseerde tour van een van de vele plaatselijke touroperators. Rurre (in de volksmond) heeft toegang tot drie belangrijke beschermde natuurgebieden: het internationaal hoog aangeschreven Parque Nacional Madidi (dat weliswaar in het departement La Paz ligt), Reserva de la Biosfera y Territorio Indígena Pilón Lajas en Reserva Municipal Pampas del Río Yacuma. De lokale bevolking is een mengeling van diverse etnische groeperingen uit de Amazone zoals Tsiman, Moseten, Tacana en Esse Ejja maar ook Aymara en Quechua groeperingen uit de hooglanden en je kunt door middel van een tour in contact komen met deze groeperingen.

De beste reistijd is tussen april en september wanneer de minste regen valt. Desalniettemin kan elk moment regen vallen en bovendien kunnen er, tussen juni en augustus, surazos (koufronten) voorkomen die de temperatuur doen dalen tot 12 °C. Van oktober tot maart valt de meeste regen met een gemiddelde maandelijkse neerslag van 2248 mm. In november en december zijn er door de overvloedige regenval veel muggen en zijn er bijna geen pampatours mogelijk. In januari en februari komen in de jungle veel muggen voor wat een bezoek bijna onmogelijk maakt. De gemiddelde jaartemperatuur is 27° C.

Geschiedenis

Voorheen woonden hier etnische groeperingen zoals Chamas, Maropas, Chimane en Tacana. Van de laatste groepering heeft men diverse archeologische vondsten gedaan en aan deze cultuur dankt Rurrenabaque zijn naam Sussenabaque, hetgeen ‘riviertje met eenden’ betekent. De Tacanas werden in 1843 geëvangeliseerd en het jaar daarop werd Rurrenabaque gesticht. Aan het begin van de 20e eeuw had het plaatsje 1000 inwoners onder wie diverse Fransen, Peruanen en Japanners die op zoek waren naar fortuin in de rubberindustrie. Rurrenabaque was verbonden door middel van de Río Bení met Riberalta, het centrum van de rubberindustrie. In 1930 kwamen er nieuwe kolonisten aan, nu op zoek naar goud in de nederzetting Guanay. In 1945 werd een landingsbaan aangelegd en Rurrenabaque werd een overslagplaats van rundvlees uit Beni naar La Paz. Later verbonden wegen Rurrenabaque met Bolivia en daarmee verdwenen veel bomen uit het gebied. In de jaren 70 van de vorige eeuw kwamen al diverse avonturiers, geïnspireerd door het boek Exploration Fawcett van de Engelse ontdekkingsreiziger Percy Harrison Fawcett (1906) naar Rurre. Er bestonden toen geen wegen in het gebied en men kon hier alleen met een boot of vliegtuig komen. Toerisme kwam langzaam opzetten. De grootste verandering die het plaatsje zou ondergaan had zijn oorsprong in oktober 1981 toen vier buitenlanders de Río Tuichi (in het huidige Nacional Parque Madidi) wilden afzakken per vlot. Twee avonturiers gaven het op maar een Noord-Amerikaan en een Israëliër gingen door. De balsa(vlot) waarop ze reisden sloeg echter om en daarbij raakte ieder afzonderlijk, verdwaald in de jungle. De Amerikaan wist na een paar dagen de bewoonde wereld te bereiken en sloeg alarm. Uiteindelijk na drie weken zoeken vond een lokale jager, Tico Tudela, de Israëliër Yossi Ghinsberg, die drie weken in de jungle wist te overleven. Deze schreef bij terugkomst in zijn land het boek Terug uit Tuichi, dat een bestseller werd in Israël en later ook internationaal. Dit gaf aan vele (Israëlische) backpackers de inspiratie om Rurrenabaque te bezoeken en vanaf dat moment groeide het toerisme enorm. Tegenwoordig profiteert 75 % van de bevolking van het toerisme. De rest van de bevolking werkt in de bos- en landbouw.

Bezienswaardigheden

Rond Rurrenabaque kan je wandelingetjes maken zoals naar La Cruz, het kruis boven Rurrenabaque, vanwaar een mooi uitzicht is over de stad en de Río Beni. Een andere wandeling begint aan de noordkant van Avaroa, naast een waterleiding, waar een pad loopt dat de oevers van Río Beni volgt en door een kloof loopt. Het pad is echter soms moeilijk begaanbaar. Verder kan je met een boot vanaf Santa Cruz de Río Beni oversteken naar het dorpje San Buenaventura. Hier bevindt zich een museumpje over de Tacanacultuur. Bovendien is hier het kantoor van het nationaal park Madidi. Ten slotte kan je vanaf San Buenaventura naar de Cerro Brujo lopen, de hoogste berg in de omgeving. Dit is een wandeling van 3 uur en het wordt aanbevolen om een gids te huren. Op zaterdagochtend is er een markt in Buenaventura en op zondagmorgen in Rurrenabaque, beide aan de rivier, waar de inheemse bevolking uit de omgeving op afkomt.

De hoofdreden waarom toeristen naar Rurrenabaque reizen is om een meerdaagse, georganiseerde tour te maken in het Amazonegebied. Er worden in grote lijnen twee verschillende soorten tours aangeboden, de Pampastour en de Jungletour.

Toerisme in de comunidades campesinos en indígenas (landelijk toerisme)

Turismo Ecológico Social wordt georganiseerd door TES (zie touroperators). Men bezoekt drie nederzettingen in de bufferzone van Pilón Lajas reserve, rond de weg naar La Paz. Door middel van hulpprojecten hebben enige families geleerd om van natuurlijke bronnen, ambachtelijke producten te maken zoals organische honing, jam, vruchtensappen en meubels en die met succes te verkopen. Tevens wordt een herbebossingsproject bezocht en men kan de tour met een dag uitbreiden met een bezoek aan een authentieke inheemse nederzetting. Een gedeelte van de opbrengst van de tour gaat naar de comunidades.

Een goed alternatief is een bezoek aan de nederzetting Soledad, die in 45 minuten per fiets te bereiken is. Hier bevindt zich een organische tuin en de lokalen maken mooi handwerk.