Bulgarije

Swipe

Bulgarije als communistische staat

Georgi Dimitrov werd aangesteld als partijleider en staatshoofd. Hij was mateloos populair in eigen land en veel Bulgaren zagen in hem een vader des vaderlands. Behalve dat hij secretaris van de communistische partij was, was hij ook voorzitter van de raad van ministers, geheel gerekruteerd uit leden van het Vaderlands Front die de eerste verkiezingen na de Tweede Wereldoorlog met overgrote meerderheid won.

De communisten maakten er de dienst uit evenals in de volksvergadering. Deze nam in 1947 een nieuwe grondwet aan die een afgeleide was van die van de Sovjetunie. Oppositiepartijen werden daarmee verboden. Aanvankelijk, voor de totstandkoming van de grondwet, was oppositie wel toegestaan maar de leider ervan, Nikola Petkov, werd met de andere leden van de oppositie al gearresteerd voordat de nieuwe grondwet was aangenomen, waardoor deze de onverdeelde steun kreeg uit de wetgevende vergadering. Dimitrov bleef tot aan zijn dood in 1950 de onbetwiste leider van Bulgarije, keurig aan de hand gehouden door de machthebbers in Rusland.

Na het uitroepen van de Volksrepubliek Bulgarije kreeg de regering in Sofia het aan de stok met Turkije. In Bulgarije woonden namelijk veel Turken, die vanwege hun geloof vervolgd dreigden te worden. Meer dan 150.000 Turken verlieten Bulgarije waarop Turkije, in 1951, zijn grenzen met Bulgarije sloot. Niet alle Turken konden tijdig het land verlaten en het duurde tot 1968 voordat er tussen beide landen, voor een periode van tien jaar, een emigratieverdrag werd afgesloten. In die periode verlieten nog vele duizenden Turken Bulgarije.

Aanvankelijk wilde Bulgarije een unie vormen met Joegoslavië. Dat ging niet door omdat Tito en Stalin in onmin leefden en Tito werd afgeschilderd als ‘verrader van de communistische solidariteit’. Bulgarije koos de zijde van Stalin. Dat betekende ook dat de processen tegen de tegenstanders van het communistische bewind onverminderd doorgingen.

Na de dood van Stalin in 1953 kwam daar echter verandering in. Ook in Rusland zelf kwam de persoonsverheerlijking, het directe gevolg van het stalinisme, onder zware kritiek te liggen en het was de nieuwe Russische leider Chroesjtsjow die dat openlijk verklaarde. Aanvankelijk binnen de beslotenheid van het Kremlin, in 1955 tijdens een toespraak tijdens een geheime bijeenkomst van de Bulgaarse Communistische Partij, voor het eerst ook buiten eigen land. De premier wist te bewerkstelligen dat tijdens het twintigste partijcongres in Moskou, Stalin (in een overigens geheime rede) werd aangeklaagd.

Ondanks het feit dat vele Turken Bulgarije voor en tijdens de periode van overeengekomen emigratie het land verlaten hadden, nog steeds verbleven er zo’n anderhalf miljoen Turken in Bulgarije. De spanningen tussen Bulgarije en Turkije bleven niet uit. Dat werd vooral veroorzaakt toen in de jaren tachtig van de twintigste eeuw de Bulgaarse overheid de aanhangers van de islam min of meer met geweld dwong hun afkomst en geloof te verloochenen. In feite was de hetze al vanaf 1972 aan de gang.

Tot aan 1989 heerste er in Bulgarije een ‘Bulgariseringscampagne’. Turkse scholen werden gesloten, Turkse kranten mochten niet meer verschijnen. Rellen bleven niet uit en in 1989 werden enkele duizenden Turken het land uitgezet. Dat was de aanleiding voor een nieuwe uittocht. De Turkse premier Evren liet weten dat alle Turken welkom zouden zijn in Turkije. Meer dan 300.000 Turken gingen op die uitnodiging in, maar velen keerden al snel weer naar Bulgarije, het land waar ze geboren en getogen waren, terug als gevolg van de slechte omstandigheden waaronder zij in Turkije werden opgevangen. Niettemin leidde de uittocht tot de ontvolking van complete gebieden en op sommige plaatsen leidde dat weer tot een gebrek aan arbeidskrachten.

Bulgarije bleek, samen met Oost-Duitsland, tot de trouwste aanhangers van de Sovjetunie te behoren. Men volgde de strategie van de Sovjetunie bij vrijwel alles wat in Bulgarije ondernomen werd, zowel op het gebied van de binnenlandse als van de buitenlandse politiek. Binnen de partij was geen enkele ruimte voor oppositie en als die al ontstond werd onderdrukking daarvan met gebruikmaking van geweld niet geschuwd.

In 1962 kwam in Bulgarije Todor Zhivkov aan de macht. Al in 1954 was hij eerste secretaris van de communistische partij en als zodanig een door de wol geverfde aanhanger van het communisme. In 1971 werd hij ook voorzitter van de nieuw gevormde staatsraad. Dat daarvoor een grondwetswijziging nodig was gaf weinig problemen, dat werd binnenskamers geregeld. Men verviel in een oude fout: persoonsverheerlijking. Hij plaatste familieleden op tal van belangrijke posten en de clan vervreemdde min of meer van de realiteit van alledag. De Bulgaren vonden het overigens prachtig, Zhivkov werd met groot gemak voor een nieuwe regeerperiode gekozen.

10 prachtige bestemmingen in Bulgarije