De eilanden bij Napels

Swipe

Capri

Het eiland bestaat uit een blok kalksteen, 6,5 km lang en ten hoogste 2,75 km breed. De zee rondom is diep; de kusten hebben diepe inhammen met veel grotten. Er zijn spitse toppen om de hoogvlakten, die bedekt zijn met tuinen en wijngaarden. De hoogste berg is de Monte Solaro, 590 m. Er is een zeer gevarieerde mediterrane flora. Het klimaat is mild; de gemiddelde temperatuur is ‘s winters 8 à 10 graden, ‘s zomers ca. 25 graden bij een meestal heldere hemel. Capri was al bewoond in de oude steentijd. Het eiland werd bezocht door Feniciërs en gekoloniseerd door Grieken en Romeinen. In de Romeinse keizertijd werd het veel bezocht; de keizers Augustus en Tiberius hadden er villa’s, vooral Tiberius woonde er dikwijls. In de 6e tot 8e eeuw werd het eiland geteisterd door piraten, in de 10e eeuw door Arabieren (Saracenen). De nieuwste plaag is het toerisme, tegenwoordig het hoofdmiddel van bestaan; verder doet men aan wijnbouw en visserij.

Capri is per boot op vele manieren te bereiken. Motorboten vertrekken uit Napels van de Molo Beverello en bereiken Capri in een uur en 20 minuten. Er is ook een lijn, die eerst Sorrento en/of Massa Lubrense aandoet. Draagvleugelboten (aliscafi) varen van Napels (Mergellino en Molo Beverello) naar Marina Grande in 40 minuten. Vanuit Amalfi en Positano varen ook toeristenboten op dagtochten.
Van Marina Grande naar de stad Capri kun je per gondelbaan of over de weg, 3 km omhoog. Dan komt u langs de oudste kerk van het eiland, de San Costanzo. Deze kerk is in de 11e eeuw in Byzantijnse stijl gebouwd. De tamboer (koepel) heeft acht romaanse vensters. Binnen zijn antieke zuilen, afkomstig uit een Romeinse villa.

Bezienswaardigheden

De hoofdplaats Capri is op 140 m hoogte tegen de heuvels gebouwd, de huizen zijn wit, de straatjes smal en bochtig, de winkels toeristisch en luxueus voor een kosmopolitische clientèle. Piazza Umberto I vormt het kleine elegante centrum. Boven een trap staat de kerk San Stefano, herbouwd eind 17e eeuw in fantasierijke barokstijl met oosterse invloed met veel koepels. In de kerk ligt voor het altaar een polychrome marmeren vloer, afkomstig uit de Villa Jovis van keizer Tiberius. Om de kerk ligt de karakteristieke middeleeuwse wijk met mooie doorkijkjes.

Zodra je de veelal drukke steegjes van de hoofdplaats bent ontvlucht ontvouwt zich een pittoresk landschap, waarin de jasmijn geurt, de bougainville bloeit en de druiven rijpen. Overal stuit je op prachtige vergezichten met de onwaarschijnlijk azuurblauwe zee als basis.
De Certosa di San Giacomo ten zuiden van de stad Capri is gesticht in 1371 maar later dikwijls verwoest en hersteld. De kerk heeft een portaal met spitsbogen en drielingvensters. Bij het klooster behoren twee kloostergangen: de kleine 14e-eeuwse heeft zuilen, die Byzantijnse en romaanse kapitelen vertonen; de grote kloostergang, uit de 15e eeuw, heeft een galerij met zuilen, waaromheen de cellen van de monniken lagen. Aan de rand boven een steile afgrond is er een prachtig uitzicht over de baai.
De Belvedere Cannone, ten zuiden van de stad Capri, ligt onder een rots, waarop het pittoreske kasteel staat (Castiglione), te bereiken over een (trap) pad.

De Villa Jovis, het paleis van keizer Tiberius, staat op de oostpunt van het eiland. Bij het 13e-eeuwse kerkje San Michele over de Via Tiberio, die snel omhooggaat tussen villa’s, tuinen en olijfgaarden, met mooie vergezichten voert het pad ten slotte onder de Romeinse ex-vuurtoren langs, tot de opgegraven villa. Voorbij het hek bevindt zich rechts de ‘Salto di Tiberio’ (300 m loodrecht boven zee), vanwaar Tiberius, volgens de overlevering, zijn slachtoffers liet gooien. Een trap voert naar boven, waar links de indrukwekkende overblijfselen te zien zijn van de keizerlijke villa, tot een plateau op 354 m, waar de kapel staat van S. Maria del Soccorso met een Mariabeeld. Van deze plaats daalt men af naar de grootse ruïne van de Villa Jovis zelf. Aan de oostzijde, op het hoge plateau, zijn de erezalen, in het midden grote waterreservoirs, in het zuiden het badhuis, in het westen de bediendenruimten en de keuken, in het noorden de keizerlijke salons met een grandioze loggia.

Een wandeling van een half uur oostwaarts over de Via di Matromania en de Via Arco Naturale brengt u op een pleintje boven zee; een trap daalt af naar de Arco Naturale, aan de oostkust, in een prachtig bosrijk landschap. Van het pleintje naar boven links daalt men af naar de Grotta di Matromania, halfrond met een Romeinse wand. De grot was gewijd aan de cultus van Cybele, de Grote Moeder, vandaar de naam Matromania.

Als je een half uur zuidwaarts gaat over de Via Matteotti kom je bij het Parco Augusta, een mooi openbaar park. Hier maar ook al onderweg zijn er fraaie uitzichten op de kusten. Heel markant zijn de Faraglioni, drie rotsen die honderd meter hoog uit het water steken. Verder gaat de weg over de Via Krupp, die in de rotsen uitgehouwen is. Links onder ziet men de Torre Saracena (wachttoren tegen piraten) aan de Marina di Pennanto. Zo bereikt men uiteindelijk Marina Piccola, het exclusieve woonoord van vele beroemdheden.

Anacapri is het tweede dorp op het eiland, veel rustiger dan de hoofdstad. Het is een schilderachtig dorp met witte huizen boven een groene vlakte tegen de helling van de Monte Solaro gebouwd. De San Michele-kerk met koepel en een mooie voorgevel werd in de 18e eeuw gebouwd. Er is een fraaie majolicavloer uit 1761, die het ‘aardse paradijs’ uitbeeldt. Op 10 minuten van het centrale Piazza della Vittoria, over de pittoreske Via Capodimonte komt men aan de beroemde Villa San Michele van de Zweedse arts/schrijver Axel Munthe. De villa bevat 17e-eeuwse meubels en antieke kunstvoorwerpen.

Naar de Monte Solaro (590 m hoog) kun je per stoeltjeslift van Piazza della Vittoria. Op de top heeft men een grandioos panorama over het eiland en de omringende zee en kusten.
De Torre di Damecuta en de Grotta Azzurra is vanuit Anacapri bereikbaar over een goede straat tussen wijn- en olijfgaarden naar de westkust. Na 2 km gaat de straat rechts langs de rand van het terras en dan bereikt men in 10 minuten de ruïnes van een Villa Imperiale Romana. Vervolgens komt men aan de Torre di Damecuta, in de 13e eeuw opgericht tegen de piraten. Vervolgens daalt de weg met haarspeldbochten en eindigt boven de toegang tot de Grotta Azzurra. Uiteraard zijn er ook vele mogelijkheden vanuit andere plekken om de grot, waar het eiland zijn magie aan ontleent, te bekijken.
De grot is 54 m lang, 30 m hoog en 15 m breed; het water is 14 tot 22 m diep. De opening ligt een meter boven zee. De fameuze diepblauwe kleur ontstaat door weerkaatsing van het zonlicht door het water.

De eilanden bij Napels

10 prachtige bestemmingen in Capri en Campanië