Oost-China

Swipe

Nanjing

Het oog van de storm

Nanjing heeft zijn belangrijke momenten gekend – eens was het een keizerlijke hoofdstad, daarna de hoofdstad van de Taiping-opstand, en nog later de hoofdstad van de Republiek China. Bezienswaardigheden die het verhaal van China’s verleden vertellen en gedenktekens voor de gebeurtenissen die het moderne China hebben vormgegeven liggen overal in deze aangename stad verspreid.

De stad heeft zeker geen gebrek gehad aan cruciale historische gebeurtenissen. Eens gold Nanjing, met aan één kant de Yangtze, omgeven door de Purperen Berg en beschermd door dikke stadsmuren, als onneembaar – maar in werkelijkheid is de stad meermalen verwoest en opnieuw opgebouwd. Vandaag de dag is Nanjing de hoofdstad van de provincie Jiangsu, een van China’s economisch actiefste provincies, waar een groot deel van de buitenlandse investeringen in China terechtkomt.

Nanjing, wat “zuidelijke hoofdstad” betekent, is de zetel van zes dynastieën geweest, en in recenter tijd de hoofdstad van de Republiek China, toen die nog onder Nationalistische leiding stond. In de Chinese politiek trad Nanjing op de voorgrond toen een boerenopstand in 1356 de Yuan-dynastie uit de stad verdreef. De rebellenleider werd later de eerste keizer van de Ming-dynastie. Tijdens de Eerste Opiumoorlog (1840-1842) werd Nanjing door de Britten gebombardeerd, en het daaropvolgende Verdrag van Nanking, het eerste van de “ongelijke verdragen” die China na zijn nederlaag gedwongen werd te tekenen, gaf buitenlandse mogendheden privileges die het land zouden verlammen. Tijdens de Taiping-opstand (1850-1864) werd Nanjing tot hoofdstad uitgeroepen door opstandelingen die het grootste deel van zuidelijk en centraal China in handen hadden. De stad werd herdoopt in “De Hemelse Hoofdstad”, en pas met de hulp van buitenlandse mogendheden en na een ongehoord bloedvergieten kon de Qing-dynastie zich weer van Nanjing meester maken.

Museum van de Geschiedenis van het Hemelse Koninkrijk van de Taipings

In het Museum van de Geschiedenis van het Hemelse Koninkrijk van de Taipings (tàipíng tiïnguó lìshi bówùguan) wordt het verhaal van een van de meest verbazingwekkende opstanden in de Chinese geschiedenis verteld. De aanvoerder van de opstandelingen, Hong Xiuquan, was volgens eigen zeggen de jongere broer van Jezus en heerste onder de naam Hemelse Koning. Hij slaagde erin een leger op de been te brengen dat bijna sterk genoeg was om de Qing-dynastie ten val te brengen.

Museum van Nanjing

Een ander museum, onlangs gerenoveerd en met goede voorzieningen, is het Museum van Nanjing (nánjîng bówùguan), dat bronsvaten, jade, keramiek en kalligrafie tentoonstelt.

De verkrachting van Nanjing

Sun Yat-sen (Sùn Zhongshïn), die na de val van de Qing-dynastie in 1911 president van de Republiek China werd, maakte Nanjing ook tot de nationale hoofdstad, totdat de Japanners de stad in 1937 aanvielen, een gebeurtenis die nog altijd een gevoelige kwestie tussen China en Japan vormt. Verbitterd door de verrassend hardnekkige verdediging van de Chinese troepen, vierden de Japanse soldaten toen de Nationalistische strijdkrachten eenmaal uitgeschakeld waren, hun frustraties bot op de burgerbevolking van Nanjing. Toen de Japanse troepen op 13 december 1937 de stad binnentrokken, vonden naar schatting 300.000 burgers de dood. Zes weken lang voerden Japanse soldaten in een door de leiding getolereerde en georganiseerde orgie van plundering, verkrachting en moord bajonetoefeningen uit op levende slachtoffers, dwongen gevangenen hun eigen graf te delven, waarin ze vervolgens levend werden begraven, en vermoordden en verkrachtten zonder aanzien des persoons kinderen en bejaarden. Een bizarre wedstrijd tussen twee Japanse officieren om te zien wie de meeste slachtoffers kon onthoofden, eindigde ten slotte onbeslist nadat beiden honderd koppen hadden laten rollen. De slachtoffers van dit bloedbad worden herdacht in de sombere Herdenkingshal van het Bloedbad van Nanjing (nánjîng dàtúshï jìniànguan), die boven de plaats van een massagraf is gebouwd. Documenten, video’s en afbeeldingen waarin het geweld is vastgelegd, worden tentoongesteld, evenals de plaats van het massagraf zelf.

Het John Rabe House

Het John Rabe House werd in 2006 geopend, mede dankzij financiële inspanningen van de Duitse regering en het bedrijf Siemens. Het John Rabe House ligt aan de Xiaofenqiao nr. 1. In deze woning leefde John Rabe, de voormalige vertegenwoordiger van Siemens in China en voorzitter van het Internationaal Comité voor de Nanking Safety Zone. Het herbergt vandaag de "John Rabe en International Safety Zone Memorial Hall" en de "John Rabe Research and Exchange Center ` voor vrede en verzoening.’ John Rabe werd in 1996 bekend toen zijn kleindochter in 1996 zijn dagboek publiceerde die hij in de dertiger jaren van de vorige eeuw in dit huis schreef.  Hoewel hij lid was van de nazipartij bleek hij het hart op de juiste plaats te hebben. Tijdens het bloedbad van Nanking in 1937 beschermde hij meer dan 600 Chinese vluchtelingen in zijn huis en in zijn tuin. Mede hierdoor ontsnapten zij aan de Japanse vervolging. Het John Rabe House ligt tegenwoordig op de campus van de Nanjing universiteit, midden in het centrum van Nanjing en is te bezichtigen.

Helaas worden de gebeurtenissen die hier hebben plaatsgevonden net als bij de Holocaust nog altijd door revisionisten ontkend, en het ontbreken van een officiële verontschuldiging en de weinige aandacht die in Japanse geschiedenisboeken aan dit bloedbad wordt geschonken, blijven een twistpunt voor velen in Azië.

Het centrum van Nanjing en de stadsmuren

Nanjing is omgeven door een 33,5 km lange stadsmuur met een gemiddelde hoogte van 12 m en dikte van 8 m, maar helaas is de muur niet meer compleet. Gebouwd in de jaren 1366 tot 1386 was het een van de langste stadsmuren die ooit zijn opgetrokken. Zhonghua Men (zhonghuá mén), de imposantste poort, staat nog altijd overeind en de ruime hal ervan is te bezoeken. Binnen de stadsmuur zijn weinig oudere gebouwen, en de meeste belangrijke historische bezienswaardigheden bevinden zich op de Purperen Berg aan de oostkant van de stad. De uitzonderingen zijn de 14e-eeuwse Trommeltoren (gu lóu) en de Klokkentoren (zhong lóu) in het centrum van de stad. Maar langs de Qinhuai-rivier (qínhuái hé) is een oude buurt in typisch Zuid-Chinese stijl herbouwd als voetgangersgebied. De sfeer is die van een authentieke Chinese markt – luidruchtig en levendig, ook al zijn de gebouwen nieuw. In deze buurt zijn veel winkels, theehuizen en restaurants die een goed excuus vormen om hier een paar uur door te brengen. Hier is ook de Confucius-tempel (fùzi miào), eens een centrum van geleerdheid, met een keizerlijke examenhal in de buurt. De huidige gebouwen zijn uit de tijd van de Qing-dynastie of nieuwe reconstructies.

De Brug over de Yangtze

De Brug over de Yangtze (nánjîng chángjiïng dàqiáo) is de trots van het moderne Nanjing. De 4,5 km lange brug is een knooppunt voor het verkeer tussen Noord- en Zuid-China. Met het werk aan deze dubbeldekkerbrug werd in 1961 begonnen, in 1968 werd de brug voltooid. Vóór de bouw ervan werd een veerpont gebruikt om deze machtige rivier over te steken.

Het Xuanwu-meer

Afgezien van de geschiedenis is Nanjing een heel aangename stad, waar langs bijna elke straat bomen staan en volop parken en meren zijn. Het Xuanwu-meer (xuánwu hú) is een populaire plek voor een uitstapje, met paviljoens en kleine pagodes en Chinese families die in bootjes ronddobberen.

Begraafplaats van de Martelaren

Een ander aardig park (hoewel eens een executieplaats) is de Begraafplaats van de Martelaren (lièshì língyuán), een monument voor de Communisten die hun leven verloren in de strijd tegen de Nationalisten.

De Purperen Berg

De Purperen Berg (zijîn shïn), aan de oostelijke rand van de stad, herbergt veel van Nanjings historische bezienswaardigheden. Wie alles wil zien, moet daar een hele dag voor uittrekken. De nieuwste toevoeging hier is het Mausoleum van Sun Yat-sen (zhongshïn líng). Nadat Sun Yat-sen, die als leidende kracht in de omverwerping van de Qing-dynastie wordt gezien, in 1925 was overleden, werd voor hem een graf gebouwd dat een keizer niet zou hebben misstaan. Ga door grote poorten en beklim 392 marmeren treden en u zult voor het mausoleum komen te staan, met witte muren en een pannendak van hemelsblauw geglazuurde tegels. Een meer dan levensgroot beeld van Sun Yat-sen, passend voor een man tot wiens wederwaardigheden onder meer een ontvoering door Qing-agenten in Londen behoorde, begroet u aan de ingang tot de hoofdhal. In de muur zijn de Drie Volksbeginselen gegrift: nationalisme, democratie en het welzijn van het volk. In de ronde crypte staat Sun Yat-sens marmeren kist met uitgehouwen liggend beeld. Achter de graftombe bevindt zich een kleine tuin en een fototentoonstelling uit de eerste jaren van de Chinese republiek. Vanaf de bovenste treden die naar het mausoleum leiden heeft men een prachtig uitzicht over de weelderig groene Purperen Berg – dat wil zeggen, als het weer meewerkt. Vaak zijn de heuvels gehuld in wolken en mist, die het gebied een betoverende sfeer verlenen.

De Linggu-tempel (línggu sì), even ten oosten van het mausoleum, verhuurt fietsen, een ideale manier om naar de verschillende bezienswaardigheden op de Purperen Berg te gaan. Het pièce de résistance van de Linggu-tempel is de 60 m hoge Linggu-pagode (línggu ta). Deze pagode, die in 1381 uit het graf van Ming-keizer Hongwu naar deze plek werd verhuisd, werd tijdens de Taiping-opstand verwoest en in 1911 weer opgebouwd ter nagedachtenis van de gevallenen in de strijd tegen de Qing-dynastie. Het enige nog overgebleven originele gebouw op het terrein is de Hal zonder Balken (wúliáng diàn), 22 m hoog en 54 m breed, en geheel van baksteen gebouwd.

Ten oosten van het Mausoleum van Sun Yat-sen ligt een ander mausoleum, het Graf van Hongwu (míngxiào líng), de rebel die het tot keizer bracht. Zhu Yuanzhang werd als boer geboren, was een tijdlang monnik, werd toen opstandeling en bracht het uiteindelijk tot eerste keizer van de Ming-dynastie onder de titel Hongwu. De 13 andere keizers van de Ming-dynastie zijn bijgezet in de Ming-graven in Beijing – de hoofdstad werd van Nanjing naar Beijing verplaatst nadat een van zijn zoons de uitverkoren erfgenaam van zijn macht had beroofd. Het mausoleum werd tussen 1381 en 1383 gebouwd en vereiste meer dan 100.000 arbeiders. Het interessantst is hier de “heilige weg” die naar het mausoleum leidt: 12 paar stenen dieren flankeren het pad, waaronder olifanten, kamelen, paarden en mythische monsters, een stijl die ook werd gebruikt bij de bekende Ming-graven ten noorden van Beijing.

Als de tijd het toelaat is de Sterrenwacht van de Purperen Berg (zijîn shïn tiïnwéntái) een bezoek waard – al was het maar voor het uitzicht. Het observatorium werd in 1929 gebouwd en er is een kabelbaan naar de top, 350 m boven de zeespiegel.

10 prachtige bestemmingen in Nanjing en China