Antarctica

Swipe

Flora

Planten op Antarctica

Het zal niemand verbazen dat geen ander continent ter wereld zo’n korte plantenlijst heeft als Antarctica. De extreme omstandigheden (zeer lage temperaturen, geen of juist 24 uur licht) hebben ertoe bijgedragen dat hier slechts enkele mossoorten, levermossen en korstmossen voorkomen. De groene mossen en de kleurrijke korstmossen zijn opvallende verschijningen in de witte wereld.

De aanwezige planten hebben vernuftige aanpassingen ondergaan om zelfs bij temperaturen ver onder het vriespunt te kunnen groeien. Een mengsel van diverse organische en anorganische stoffen functioneert als antivries. Sommige planten hebben zelfs een soort van zonnebrandbescherming ontwikkeld. Dit is nodig omdat, wanneer in het voorjaar de zon terugkomt en de ozonlaag onvoldoende bescherming biedt, de planten erg beschadigd kunnen raken door een te hoge concentratie uv-straling.

Zeer bijzonder zijn de sneeuwalgen. Deze planten groeien op de sneeuw op plaatsen waar de zon net het bovenste laagje sneeuw ontdooit. Er ontstaat daar voldoende water voor de algen om tot leven te komen. Voedingsstoffen halen ze uit de mineralen die opgelost zijn in het smeltwater. De algen zijn er in rood, oranje, roze, grijs of groen en kunnen hele sneeuwvlakten kleuren.

Planten op Antarctica groeien over het algemeen zeer langzaam, maar ze kunnen wel heel oud worden. Een korstmosgemeenschap van een vierkante meter kan honderden jaren oud zijn. Mossen zijn heel gevoelig voor beschadiging. Een voetstap in een mosbed kan vele jaren zichtbaar blijven. Bruin verkleurde mosbedden hoeven zeker niet dood te zijn, maar hebben tijdelijk niet genoeg water om mooi te floreren. Levermossen drogen makkelijk uit en breken bij de minste aanraking af. Het is daarom zaak om heel voorzichtig te zijn in de omgeving van planten.

Op het vasteland van Antarctica, inclusief het binnenland, en de oostkust van het Antarctisch Schiereiland komen toch nog circa 30 soorten mossen en 125 soorten korstmossen voor.

Het Antarctisch Schiereiland en Antarctische eilanden

In de gematigdere streek aan de westkust van het Antarctisch Schiereiland, de eilanden voor de kust, de South Shetland-, South Orkney-, South Sandwicheilanden en Bouvet komen al bijna 100 soorten (lever)mossen voor. Het aantal korstmossen is echter niet veel groter dan op het vasteland. Wel komen er twee bloeiende planten voor: Antarctisch parelmos (Colombanthus quitensis) en Antarctische smele (Descampsia antarctica). Vooral op de plaatsen waar vogels broeden en hun afval over de bodem wordt verspreid, kunnen planten weelderig groeien. Er zijn hier immers genoeg meststoffen aanwezig. Omdat dit vaak lagergelegen delen zijn, is smeltwater meestal overvloedig aanwezig. In de zomer is er meer dan voldoende daglicht.

De subantarctische eilanden

Verder verwijderd van de extreme kou en de extreme zonnecyclus liggen de subantarctische eilanden. Het aantal (lever)mossoorten is hier het viervoudige en ook het aantal soorten korstmossen bedraagt bijna het drievoudige van het aantal dat op het vasteland van Antarctica voorkomt.

Op alle subantarctische eilanden zijn een of meerdere soorten boendergras of wel tussock te vinden. Een ruig soort gras dat grote pollen vormt en meer dan een meter hoog kan worden. De plantengroei verschilt van eiland tot eiland. Vooral de eilanden rond Nieuw-Zeeland zijn rijkelijk begroeid. Met name Campbell met enorme kruiden is een waar planteneldorado. Alleen hier al komen 119 soorten mossen voor. Op de meeste Nieuw-Zeelandse eilanden groeien ook kleine bomen, die zo dichtvertakt en op en in elkaar groeien dat er geen doorkomen aan is.

De dicht bij Argentinië liggende Falklandeilanden kennen eveneens een ruim assortiment planten. Er groeien zelfs twee soorten orchideeën. Hier blijven de bosschages beperkt tot enorme velden gaspeldoorn, een struik die ingevoerd is vanuit Engeland.

10 prachtige bestemmingen in Antarctica