Provincie Matanzas

Swipe

Varadero

Al meer dan 100 jaar is Varadero een van de belangrijkste, wellicht dé belangrijkste badplaats op Cuba. Al aan het einde van de negentiende eeuw kwamen welgestelde burgers uit Cárdenas naar de befaamde stranden om elkaar te ontmoeten, te luieren en te baden. De schitterende, hagelwitte stranden omzoomd met palmbomen die bijna tot in zee groeien, het kristalheldere water met zijn vele blauwgroene tinten, het maakt Varadero tot een plaatje uit een wervende toeristenfolder.

Om het beeld geheel compleet te maken werd Varadero door een internationale jury in 1989 óók nog eens bij de top tien van schoonste stranden ter wereld gevoegd. Varadero is dan ook uitgegroeid tot de badplaats met de grootste verscheidenheid aan hotels op Cuba, zowel in omvang als in kwaliteit. Meer dan 35% van het beddenaanbod ten behoeve van toeristen op Cuba, bevindt zich in Varadero. Men is nog lang niet uitgebouwd. Naar verwachting zullen in de toekomst meer dan 30.000 hotelkamers ter beschikking staan van zon- en zee-aanbidders.

Inmiddels is hun aantal gegroeid tot 500.000 per jaar. Niet alleen hotels, ook restaurants, discotheken en nachtclubs, hamburger- en pizzatenten, ze zijn in grote hoeveelheden voorhanden. U kunt er alle mogelijke watersporten beoefenen en elk hotel van enige betekenis heeft een team van medewerkers in dienst die het de gasten dag en nacht naar de zin probeert te maken. Ook buitensporten, fietsen, tennis, golf, het is er allemaal.

Vanuit de jachthavens kunt u zee kiezen voor een dag snorkelen, duiken, zeevissen of gewoon luieren. Varadero heeft álles, zélfs een internationaal vliegveld, het Aeropuerto Juan Gualberto Gomez. Helaas, Cubanen zult u er slechts treffen in uw hotel, voor Cuba moet u het schiereiland verlaten.

Varadero, vroeger Península de Hicacos geheten, was ooit het domein van Ciboney- en Taíno-indianen die leefden van de visvangst en de jacht. Rotstekeningen in grotten getuigen daarvan. Pas in 1587 vestigde zich hier een Spanjaard, Pedro Camacho, die er zout ging winnen om het vlees ten behoeve van de Spaanse vloot, te kunnen pekelen. Twee andere namen herinneren aan families die het tot omstreeks 1850 op Hicacos voor het zeggen hadden. De eerste was een veeboer, José Antonio Gómez, die tussen 1762 en 1798 op een enorme haciënda de scepter zwaaide welke hij verkocht aan Bernardo Carrillo de Albornos. Daarna begonnen achtereenvolgens de inwoners van Cárdenas, Matanzas en Havana het schiereiland te ontdekken. Grondspeculanten sloegen er hun slag en bouwden er luxe huizen die bewoond werden door beroemde en beruchte namen.

Aangevoerd door Irénée du Pont de Nemours (zie: 'Xanadú'), maakten o.a. Al Capone, Meyer Lansky en Batista hun opwachting. Na de revolutie boette Varadero niet aan populariteit in, alleen kwamen de welgestelde toeristen uit de Oost-Europese landen. Van de toezegging van Fidel Castro dat alle stranden voor alle Cubanen waren is hier nooit veel gebleken.

Zoals gezegd, Varadero heeft niet veel meer te bieden dan strandvermaak en doet beslist niet onder voor elke toeristische trekpleister aan een Spaanse costa. De ruim 20.000 inwoners van het dorp verdienen hun geld voornamelijk in de toeristenindustrie. De hotels, vaak als een joint venture organisatie met de Cubaanse overheid, dragen maandelijks enkele honderden CUC’s per medewerker af aan de Cubaanse overheid. De Cubanen zélf verdienen slechts een schijntje dat ze dan óók nog eens in CUP uitgekeerd krijgen, maar vanwege het feit dat ze voortdurend in de buurt zijn van toeristen, hebben ze het, in vergelijking met de bewoners van het platteland, beslist niet slecht.

Naast alle bekoorlijkheden kent een verblijf op het schitterende schiereiland natuurlijk ook z’n minpunten. Alleen op stap gaan betekent: geconfronteerd worden met mensen die een paar CUC aan u willen verdienen, bedelaars die veelal hun prijs gewoon noemen, sigaren- en rumverkopers die een kwalitatief wanproduct leveren (ooit een sigaar met een binnenwerk van bananenbladeren gerookt?), veel te hoge prijzen voor hapjes en drankjes en confrontaties met andere toeristen, vaak fraai, soms walgelijk in hun dronkenschap.

Is er dan helemaal niets dat het bekijken waard is in Varadero? Zeker wel! Te denken valt aan een bezoek aan het Parque Central of het Parque Retiro Josone. Er zijn mooie wandelpaden en het is er gezellig met vele kraampjes en uitstallingen, ijsventers en eethuisjes. De Cubanen mogen hier ook graag vertoeven. Verder zijn er diverse kleine shoppingcenters, waar in principe van alles te koop is, mits men met CUC of euro betaalt. De prijzen zijn hier, in vergelijking met die in de winkels die tot de hotels behoren, redelijk te noemen. Cultuurliefhebbers kunnen op bescheiden schaal aan hun trekken komen in het Museo Municipal de Varadero, een historisch museum.

U kunt een hapje gaan eten (of misschien is het verstandiger het alleen maar te gaan bekijken) in restaurant Las Americas, de vroegere villa van Du Pont (kijk bij: 'Xanadú'), of in het Casa de Al, een restaurant dat ooit eigendom was van Al Capone. Natuurlijk is een bezoek aan de Cueva de Ambrosio een verplicht nummer, als u tenminste iéts over het oude Cuba wilt weten. Rotstekeningen laten zien hoe de Ciboney-indianen aan de kost kwamen.

Als u met vakantie bent in Varadero, dan ligt een bezoek aan Cárdenas voor de hand. Het is een provincieplaatsje met weinig spectaculaire monumenten, maar u proeft er al gauw de sfeer van het Cubaanse platteland. Op het Plaza Colón, het centrum van de stad, staat een standbeeld van Columbus, een van de oudste monumenten te zijner nagedachtenis op Cuba.

U vindt er tientallen koetsjes, waarvan de koetsier u zal uitnodigen een ritje met hem te maken (vooraf prijs en tijd afspreken!). Ook Cárdenas heeft z’n plaatselijke held, studentenleider José Echeverría, die in 1957 in opdracht van Batista werd vermoord. In zijn geboortehuis, het Casa Natal de J.A.Echeverría is een museum ingericht.

Als u geïnteresseerd bent in archeologie, dan kunt u een bezoek brengen aan het Museo Oscar María de Rojas. U kunt hier ook het een en ander aan de weet komen over de Taíno-indianen. Cárdenas kreeg óók bekendheid vanwege het feit dat hier, in 1850, voor het eerst de tegenwoordige Cubaanse vlag gehesen werd. Een gedenkteken op de muur van Café La Dominica herinnert aan deze gebeurtenis.

10 prachtige bestemmingen in Varadero en Cuba