Dordogne en Lot

Swipe

Het Kwartair

Het tijdperk Kwartair begon ongeveer 2 miljoen jaar geleden en is het tijdperk waarin de mens uit de zoogdierenwereld voortkwam. Het Kwartair wordt gekenmerkt door het optreden van ijstijden (glacialen). Deze perioden van extreme koude werden afgewisseld met warmere perioden (interglacialen).

Tijdens de ijstijden kwam het Centraal Massief onder een dik pak ijs te liggen dat in de vorm van gletsjers naar en door de omliggende bekkens stroomde. Nadat het ijs was gesmolten zocht het water zich een weg door de kloven richting zee: er ontstond een netwerk van beken en rivieren, die op hun beurt weer nieuwe kloven uitschuurden en op sommige plekken sedimenten neerlegden. Het warmer worden van het klimaat na de laatste ijstijd kostte veel diersoorten het leven. Wolharige neushoorns en mammoeten waren goed bestand tegen de koude, maar bleken met hun dikke en harige huiden niet aangepast aan het warmere klimaat: zij stierven uit.

Ook tijdens het Kwartair was er veel vulkanische activiteit, met name ten oosten van de in deze website beschreven streken.

In de afgelopen tweeduizend jaar ten slotte is de invloed van de mens op het uiterlijk van het landschap steeds groter geworden: men bouwde dorpen en steden, legde naald- en loofbossen aan, damde wildstromende rivieren in en legden akkers en weidegebieden aan.

Grotten en druipsteengrotten

Opvallend zijn de vele grotten en druipsteengrotten in het gebied. Ook de grotten in het kalksteen ontstaan door water. Kalkgesteenten zijn uit lagen opgebouwd en vertonen vaak scheuren en breuken. De grotten in dit gesteente kunnen ontstaan doordat regen- en rivierwater (dat CO2 bevat) langs de scheuren en breuken in het gesteente naar beneden sijpelt; de kalk lost daardoor op. De kalk zet zich weer af als het kalkhoudende water weer in aanraking komt met de buitenlucht. Op dat moment ontsnapt namelijk veel CO2. Met minder CO2 kan het water ook minder kalk bevatten en vindt er dus afzetting plaats.

Ook de temperatuur van het water speelt een rol. CO2-bevattend water dat koud is neemt makkelijk kalk op, terwijl in water dat warm is de kalk neerslaat. Bij een lage temperatuur van water zit er namelijk veel CO2 in en bij een hoge temperatuur van het water verdwijnt de CO2 en slaat dus de kalk neer. Het is dan ook geen wonder dat de grot te lijden heeft van het toerisme. De grotten werden toegankelijk gemaakt voor het toerisme en verlicht. De aanwezigheid van de vele bezoekers die jaarlijks de grotten bezichtigen en het gebruik van kunstlicht zorgen er echter voor dat de temperatuur in veel grotten stijgt, met als gevolg een hoger CO2 gehalte in de grotten en een lichte aantasting van de kalkformaties. Niet iedere grot is even gevoelig voor dit verschijnsel, toch beperkt men in de meeste grotten het aantal bezoekers per dag tot een bepaalde limiet.

Sommige grotten strekken zich over verschillende niveaus uit. De reden is dat de grondwaterspiegel in de loop van de geologische geschiedenis op verschillende hoogtes lag. Steeds als de grondwaterspiegel lager kwam te liggen, ontstonden er grotten op een lager niveau. Onder de grond ontwikkelde zich een uitgebreid waternetwerk met complete ondergrondse watervallen en rivieren.

Het eerste wat opvalt bij het betreden van de druipsteengrotten zijn de fraaie pegels van kalksteen die vanaf het plafond naar beneden hangen, en de kalksteenkolommen die uit de vloer omhoogrijzen. Deze pegels worden stalactieten genoemd en de kolommen stalagmieten. Zij zijn ontstaan door het regelmatige druppelen van het kalkhoudende water uit de bovenkant van de grot; elke keer dat er een druppel valt, wordt er boven in de grot een beetje kalk afgezet. Op de plek waar het water valt, komt ook kalk terecht. Met elke druppel wordt de afzetting iets groter en zo ontstaan na duizenden tot miljoenen jaren uit deze kalkafzettingen stalactieten en stalagmieten. Een gemiddelde stalactiet of stalagmiet groeit met ca. 0,2 millimeter per jaar.

Veel grotten speelden een belangrijke rol in het leven van de eerste mens.

10 prachtige bestemmingen in Dordogne en Lot