Het midden: molens en kerken

Swipe

Betancuria, de Oude Hoofdstad

Verstopt tussen de heuvels van het Betancuriamassief ligt het oudste stadje van de Canarische Eilanden, tevens het historische hart van Fuerteventura.

Het mooie oude centrum van Betancuria is trapsgewijs op een helling gebouwd en vormt in zijn geheel een historisch monument. Sommige van de goed onderhouden herenhuizen hebben deuren of zelfs hele façades die nog dateren uit de 16e en 17e eeuw, erg mooi.

Tegenwoordig draait het plaatsje bijna volledig op het toerisme. Vakantiegangers komen er graag, om de prachtige kerk te bekijken en voor een bezoekje aan de souvenirwinkels en restaurants. Betancuria is op zijn mooist in de ochtendstilte of aan het einde van dag, wanneer de (vele) dagjesmensen vertrokken zijn en de verlaten straten oplichten in de laagstaande zon.

Eerste hoofdstad

Kort nadat Jean de Bethencourt het eiland voor Spanje had veroverd bouwde de Normandiër de eerste Europese nederzetting in een vruchtbare vallei op het midden van het eiland. Hij gaf het plaatsje zijn naam, zoals in die tijd gebruikelijk was. De keuze voor deze plek lag voor de hand: het lag op afstand van de kust, uit het zicht van piraten en vijandige mogendheden. Bovendien liep er in die tijd nog een rivier door het dal zodat voldoende zoet water voorhanden was. Het was lang de enige gemeente met een kerk, kathedraal zelfs, hoewel de aartsbisschop voor wie het bedoeld was nooit kwam opdagen.

Helaas bleek het stadje niet onaantastbaar en werd het meer dan eens aangevallen. In 1593 wisten Berberse piraten Betancuria te plunderen en met de grond gelijk te maken, inclusief de kerk. Zeshonderd inwoners werden weggevoerd om als slaven te worden verkocht. Betancuria herbouwde dapper het godshuis en wist tot 1834 zijn status als bestuurscentrum te behouden. Daarna raakten de landbouwgronden uitgeput en trokken steeds meer mensen weg. Met de economische bedrijvigheid aan de oostkust en de opkomst van plaatsen als Antigua, La Oliva en Puerto del Rosario verloor Betancuria zijn belangrijke positie. Nu wonen er minder dan duizend mensen.

Kerk of kathedraal?

De Santa Maria de Betancuria, de allereerste kerk van de Canarische Eilanden (1426) staat in het hart van het dorp. Het is samen met de parochiekerk in La Oliva het enige godshuis met drie schepen. De oorspronkelijke kerk, in toeristische folders nog steeds hardnekkig ‘kathedraal’ genoemd, werd zoals gezegd in 1593 verwoest door Berberse piraten. In de herbouwde kerk (1620-1691) zijn echter nog overblijfselen van het eerste bouwsel terug te vinden in de zuilen, de klokkentoren en de grafstenen in de vloer.

Het interieur is prachtig, met beeldhouwwerk, fijn houtsnijwerk en Vlaamse schilderkunst. Het barokke altaar dateert uit de 18e eeuw. Ieder uur gaat de deur van de kerk even open voor een rondleiding van dertig minuten (weekdagen 10 tot 17 uur), de moeite waard. In de oude pastorie naast de kerk is een klein religieus museum ondergebracht waar naast heiligenbeelden, schilderijen en regalia uit diverse kerken ook het vaandel met eilandwapen is opgeslagen. Deze werd door Jean de Bethencourt persoonlijk op het eiland geplant, zo gaat het verhaal. Het museumpje gaat open aan het eind van iedere kerkrondleiding.

Herenhuizen

In de omgeving van de kerk zijn verschillende oude herenhuizen te bewonderen met hun karakteristieke balkons in Canarische stijl. Veel van deze woningen zijn gerestaureerd zoals Casa Santa Maria, een reeks mooie 16e-eeuwse gebouwen tegenover de kerk. Daarin onder andere een restaurant/bodega en aan de achterkant een kunstnijverheidscentrum. In dit Museo Artesanía is te zien hoe mannen en vrouwen met behulp van traditionele, soms eeuwenoude technieken pottenbakkerswerk maken, manden vlechten, borduren en werken aan het weefgetouw. De resultaten zijn uiteraard te koop en er is gelegenheid om kaas, wijn en andere streekproducten te proeven. Geopend: ma. t/m za. 10/11-16 uur, Tel: 928 878282.

Aan de voorkant van Casa Sante Maria loopt de Calle Jean de Béthencourt, een lief kasseienstraatje met potten vol bloemen eneen paar goed gesorteerde souvenirwinkels. Ceramica de Santa Maria is de grootste.

Archeologisch en etnografisch museum

De ingang van Museo de Betancuria (aan de hoofdweg) is meteen te herkennen aan de twee kanonnen voor de gevel. Deze zijn gepikt van de Britten toen zij in 1740 een (vergeefse) poging deden Fuerteventura te bezetten (Veldslag van Tiscamanita).

In dit kleine maar interessante museum kom je meer te weten over de eerste Europese expedities in de Canarische regio, over de materiële cultuur van de Majoreros en over de magische wereld van de prehistorische bevolking. Onder de archeologische vondsten die er zijn ondergebracht bevinden zich beenderen, vruchtbaarheidsbeeldjes, aardewerk en (landbouw)gereedschappen. Het is een bescheiden collectie maar wel de belangrijkste van het eiland. Calle Roberto Roldán, Tel: 928 862300; di. t/m za. 10-17 uur, zo. 11-14 uur, maandag gesloten.

Stokoud klooster

Diep in de vallei ten noorden van het centrum staat het Convento San Buenaventura, dat wil zeggen de overblijfselen van dit kapel- en kloostercomplex uit begin 15e eeuw, mogelijk nog ouder dan de Santa Maria. Zeven franciscaner monniken wisten met dit klooster als thuisbasis de hele eilandbevolking te bekeren tot het rooms-katholieke geloof. Niemand lijkt zich nu nog om de ruïne te bekommeren, hij staat er vervallen en vergeten bij. Het hout van het dak zou in tijden van schaarste door de bevolking zijn geruild voor graan en water en alle waardevolle spullen uit het interieur werden lang geleden al verkocht of overgebracht naar andere kerken.

Omgeving van Betancuria

Verlaat Betancuria aan de noordzijde en je passeert achtereenvolgens Valle de Santa Inés en Llanos de Conception, twee onopvallende dorpen. Oude boerenwoningen, graansilo’s, kalkovens en twee fotogenieke windmolens geven aan dat de landbouw hier in het verleden een grote rol speelde.

Mocht je tijd hebben: in Santa Inés is het interieur van de kerk bezienswaardig en net buiten het dorp Taller de Artisania Ceramica, een pottenbakkerij waar gewerkt wordt volgens traditionele Canarische pottenbakkersmethodes, zonder draaischijf of oven dus. In de buurt verkoopt een hoedenmaakster uit dezelfde familie haar werk, gemaakt van stro en palmbladeren. Niet veel mensen beheersen dit ambacht nog.

Vanuit Llanos de Conception loopt een ruige weg langs een oude rivierbedding met zoutwaterbronnen naar het gehucht Aguas Verdes aan de kust, een populaire plek van sportvissers.

Dennenwoud

Geloof het of niet maar Fuerteventura heeft een echt bos, resultaat van een herbebossingsprogramma. Halverwege de weg van Betancuria naar Vega de Río Palmas ligt de afslag naar de Zona Recreativa de Betancuria, een omweggetje van anderhalve kilometer naar een klein naaldbomenbos met een picknickplaats en een speeltuin. Het valt een beetje uit de toon maar de bevolking waardeert deze recreatieplek zeer en bezoekt het massaal in het weekend. Vanaf dezelfde afslag is de Pico de Betancuria (724 m) te beklimmen.

10 prachtige bestemmingen in Betancuria, de Oude Hoofdstad en Fuerteventura