Het Pacifische kustgebied

Swipe

Het Pacifische kustgebied

Niet veel reizigers zullen eraan toekomen dit gebied te bezoeken. Het is alleen interessant vanwege de zwarte vulkanische stranden en enige archeologische plaatsen, waar men enorme beelden uit de Cotzumalguapa-cultuur gevonden heeft. Het is mogelijk om deze archeologische vindplaatsen in een dagtocht vanuit Guatemala Ciudad te bezoeken, eventueel gecombineerd met een bezoek aan het strand. Ik zal mij dan ook beperken tot het bespreken van de steden Escuintla, La Democracia, Santa Lucía Cotzumalguapa, het in opkomst zijnde kustplaatsje Monterrico en de grensteden Tecún Umán, Talisman El Carmen en Ciudad Pedro de Alvarado.

Het Pacifische kustgebied (Costa Sur) bestaat eigenlijk uit twee regio’s: de kustvlakte met stranden met zwart vulkanisch zand, die zich langs de Pacifische oceaan uitstrekt van de Mexicaanse grens tot El Salvador, en een hieraan grenzende 50 km2 brede laag-landvlakte, die doorsneden wordt door talloze riviertjes. Het klimaat is in beide gebieden warm en vochtig met een dagtemperatuur die op kan lopen tot 35 °C. Ten noorden van de laaglandvlakte ligt de ‘Boca Costa’, een streek die als een gordel langs de voet van de vulkanen ligt en waar vele koffieplantages te vinden zijn. De vulkanen zijn de oorzaak van de zwarte stranden, maar zijn ook verantwoordelijk voor de vruchtbaarheid van het gebied. De vegetatie is weelderig met tropische bomen en planten.

De laaglandvlakte is het gebied met de grote plantages, waarop vooral cacao, katoen, rijst, rubber en suikerriet verbouwd worden. Deze finca’s (landbouwbedrijven) zijn in handen van ladinos en blanken en in oogsttijd verrichten Indianen hier seizoenarbeid hoewel het werk steeds meer gemechaniseerd wordt. Er zijn tevens grote haciënda’s (veebedrijven) met extensieve veeteelt. In de postklassieke tijd hadden verschillende Indianenvolkeren uit de hooglanden hier grote en later kleine akkertjes waarop ze tweemaal per jaar konden oogsten. Zij zijn door de grootschalige landbouwbedrijven verdreven, terwijl waarschijnlijk juist in dit gebied de Maya-cultuur ontstaan is.

Uit kronieken uit de koloniale tijd blijkt dat dit gebied door de Pipil-Indianen bewoond is geweest. Dit oorlogszuchtige volk behoorde tot de Mexicaanse Chichimeken en heeft waarschijnlijk in het midden van de 7e eeuw het grote ceremoniële centrum Teotihuacán in Mexico in brand gestoken. Later trok het vanuit het midden van Mexico richting El Salvador waarbij verschillende volkeren verdreven werden. De Pipiles spraken Náhuat, een taal die nauw verwant is aan het Azteekse Náhuatl. Zij bewoonden het hoogland in de buurt van de Pacifische oceaan; hun koninkrijk Panacat strekte zich uit tot in El Salvador. De invasie van de Pipiles heeft mede geleid tot de ineenstorting van de Maya-cultuur.

In de postklassieke tijd hadden meerdere hooglandvolkeren belangstelling voor de laaglanden aan de kust vanwege de agrarische producten, vooral cacaobonen die als betaalmiddel werden gebruikt. Als gevolg hiervan werden oorlogen gevoerd, maar er werden ook bondgenootschappen met de Pipil-Indianen gesloten.

Ook Pedro de Alvarado sloot een bondgenootschap met de Pipil-Indianen, maar dit hield geen stand en ten slotte vernietigden de Spanjaarden de Pipil-stad Iscuintepeque, waaruit het huidige Escuintla ontstond. In de koloniale tijd werden hier vooral de verfstoffen indigo en cochenille geproduceerd en er was tevens veeteelt, maar de landbouw raakte in verval door het uitbreken van epidemieën. Uiteindelijk werden het land en de nederzettingen verlaten en kreeg de jungle weer de overhand. Eind 19e eeuw werd het gebied opengelegd door een spoorweg van Guatemala Ciudad naar Puerto San José, die later met een lijn naar de Mexicaanse grens uitgebreid werd. Via deze spoorweg werden vooral bananen vervoerd die afkomstig waren van de plantages van de United Fruit Company rond Tiquisate. In de 20e eeuw verbeterden de communicatie en de gezondheidstoestand, waardoor de landbouw weer kon opbloeien en er nederzettingen gesticht werden. Tegenwoordig worden de meeste goederen vervoerd via de Carretera del Pacífico (CA2), die door het laagland van Mexico naar El Salvador loopt.

Reizen in het Pacifische kustgebied

Het reizen met overvolle bussen in dit warme gebied is geen pretje. Daarom kun je beter een auto huren, een taxi nemen of met een georganiseerde excursie meegaan. Hoewel de stranden van de Pacifische kust aantrekkelijk zijn om te zwemmen, is er te weinig infrastructuur en stellen de steden en plaatsen te weinig voor om langer te verblijven. De meeste reizigers kiezen voor een dagexcursie. De Pacifische kust wordt in het weekend veel door Guatemalaanse stadsmensen bezocht, die hier ook vaak van hun vakantie genieten.

De archeologische terreinen rond Santa Lucía Cotzumalguapa liggen nogal verspreid in de suikerrietvelden en zonder auto is een bezoek eigenlijk niet mogelijk. Een andere mogelijkheid is een georganiseerde dagexcursie van Guatemala Ciudad naar La Democracia, Santa Lucía Cotzumalguapa en een badplaats aan de Pacifische kust. Je kunt hier ook met een bus naartoe gaan en met een taxi de bezienswaardighdeden afgaan. Vanwege het warme klimaat hebben veel motels en restaurants in dit gebied een zwembad, dus neem je zwemspullen mee. Langs de Carretera del Pacífico liggen allemaal dezelfde soort restaurantjes, die op een open terras met een rieten dak maaltijden serveren. Muggen kunnen vooral ‘s nachts in het regenseizoen voorkomen, zodat je in dit gebied paludrine (malariaprofylaxe) in moet nemen.

Vanaf Guatemala Ciudad loopt de CA9, die gedeeltelijk snelweg is, in zuidelijke richting door naar Puerto San José. Vanuit het centrum van Guatemala Ciudad kun je op de CA9 komen via de Avenida Bolívar of via de Puente Ing. Martin Prado Vélez en de Anillo Pereférico, die buiten de stad om loopt. Bij Esquintla kruist de CA9 de Carretera del Pacífico (CA2). Naar kleine plaatsjes aan het strand zoals Sipicate lopen goede zijwegen van de Carretera del Pacífico.

10 prachtige bestemmingen in Het Pacifische kustgebied en Guatemala