Het meer van Atitlán

Swipe

Panajachel

Vanwege de vele buitenlandse toeristen die er komen, en de buitenlanders (gringos) die er wonen, wordt Panajachel wel ‘Gringo-tenango’ genoemd. Dit toeristenplaatsje heeft 3400 inwoners van wie 70% inheems is. Het ligt op 1570 m hoogte in een rivierdelta en men spreekt er Spaans en Cakchiquel. Op zondag is er markt en op 4 oktober een fiesta. De naam Panajachel betekent ‘plaats van de witte zapote’ (een vruchtboom).

Bij Panajachel stroomt een rivier in het meer en deze heeft hierbij door sedimentatie een klassieke driehoekige delta gevormd, die door de inheemse bevolking Tzanjuyú (bergneus) genoemd wordt. Vanwege deze ligging is het omringende gebied goed zichtbaar. Op deze plaats, waar nu Hotel Tzanjuyú staat, werden de Tzutuhils door de Spanjaarden en hun bondgenoten, de Cakchiquels, definitief verslagen.

Kort daarna kwamen de franciscanen die een kerk en een klooster in Panajachel bouwden om van hieruit de Indianen te bekeren tot het katholieke geloof. De originele façade van de kerk in koloniale churriguerrastijl van de kerk is als enig overblijfsel uit die tijd bewaard gebleven.

Op de meeste plaatsen is Panajachel een echte toeristenplaats met veel winkels en stalletjes met textiel en andere souvenirs, veel eethuisjes, hotels en pensions. Langs de Avenida Santander vind je veel hoge, houten stallen met textiel terwijl in kleine huisjes de naaimachines ratelen waarmee van bonte, inheemse stoffen westerse kleding gefabriceerd wordt. Op enkele plaatsen in de buurt van het centrum met de kerk en het gemeentehuis is Panajachel nog een echt hooglandstadje met winkeltjes en eetstalletjes voor de lokale bevolking. Het toeristische aspect gaat echter duidelijk overheersen. Langs het meer staan vele vakantiehuizen. Er zijn diverse hotels en restaurants die enorm variëren in prijs en kwaliteit. De inheemse bevolking woont in achterafstraatjes in adobe huizen en verbouwt groente op geïrrigeerde stukjes grond. Veel vrouwen dragen nog de traditionele rode huipil met een blauwe rok en een paar oudere mannen dragen nog de ‘ponchito’, een korte dekenrok over een witte broek. Ondanks de duidelijke invloed van het toerisme is de landbouw nog steeds het belangrijkste middel van bestaan. Steeds meer inwoners starten kleine textiel- of transportbedrijfjes want iedereen probeert een graantje mee te pikken van het toenemende toerisme en de concurrentie is dan ook moordend.

Panajachel is een vrij overzichtelijk plaatsje, hoewel het een verspreide ligging heeft. Het centrum wordt door vier, vrij brede straten met de oever van het meer verbonden; de straatnamen zijn overigens nergens te vinden. De Calle Principal (hoofdstraat) is een drukke straat die de verbinding met Sololá vormt en waar de bus dan ook stopt. De Avenida Santander, de levendigste straat met vele stalletjes en restaurantjes, loopt naar het meer evenals de Avenida Rancho Grande met chique villa’s en hotels en de Calle del Río die langs de rivier loopt. Als je vanaf het centrum de rivier oversteekt, beland je in de wijk Jucanyá (‘over de rivier’ in het Cakchiquel), waar vooral Indianen wonen. De Calle Tucan Ya kruist de rivier en loopt verder naar de dorpen Santa Catarina Palopó en San Antonio Palopó.

10 prachtige bestemmingen in Panajachel en Guatemala