Nepal

Swipe

De goden

Kenmerkend voor het hindoeïsme is het ontelbare aantal goden en godinnen. De belangrijkste drie zijn Vishnu, Shiva en Brahma. Vishnu wordt ook wel Narayan genoemd. Hij draagt er zorg voor dat de kosmische orde in stand wordt gehouden.

Vishnu

Wanneer er stoornissen of problemen zijn en wanneer er door toedoen van boze krachten gevaar dreigt, daalt Vishnu neer naar de aarde om reddend in te grijpen. Van zijn tien wedergeboorten zijn die in de gedaante van Rama en Krishna de bekendste. Andere wedergeboorten van Vishnu zijn onder andere in de vorm van dieren, zoals de vis Matsya, de schildpad Kurma, het zwijn Varaha en Narasingha, die half mens-half leeuw was. Opmerkelijk is dat deze volgorde van wedergeboorten goed past binnen de evolutieleer van Darwin. Ook zien veel hindoes Boeddha als een incarnatie van Vishnu.

In tempels is Vishnu herkenbaar aan zijn vier armen, die een discus, een zeeschelp, een lotusbloem en een knots vasthouden.

Laksjmi

Vishnu’s vrouw heet Laksjmi. Zij wordt vereerd als de godin van de welvaart.

Garuda 

De mensvogel Garuda is het rijdier van Vishnu. 

Shiva 

Shiva wordt ook wel Pashupati genoemd. Hij is de grote schepper en vernietiger. Hij laat aan het einde van een zekere periode de wereld ten onder gaan. Iedere ondergang of dood is echter het begin van een nieuw leven. Daarom is Shiva ook de schepper, de god van de wedergeboorte en de vruchtbaarheid. In die gedaante wordt Shiva voorgesteld in de vorm van een lingam (= fallus). Dit mannelijke geslachtsorgaan wordt gesymboliseerd door een kleine afgeronde zuil, die in vrijwel elke tempel te zien is. In samenspel met het vrouwelijke principe yoni ofwel de moederschoot voltrekken zij de scheppingsdaad. Deze yoni is het geslachtsdeel van de moedergodin of Shakti en wordt veelvuldig afgebeeld als een steen met gleuf die als basis dient voor de lingam. De lingam en yoni komen voort uit oeroude vruchtbaarheidsriten. In zijn gedaante als vernietiger is Shiva als Bhairab overal in de Kathmanduvallei aanwezig. Bhairab of Bhairava de verschrikkelijke wordt veelal afgebeeld met een hangbuik of opengesperde ogen in een vertrokken gezicht, omhangen met schedels en slangen. Volgens de hindoemythologie woont Shiva in de Himalaya en is hij een liefhebber van hasjiesj. Waarschijnlijk is Shiva, die herkenbaar is aan zijn trishula of drietand, de belangrijkste godheid in Nepal. Een der belangrijkste tempels is de tempel van Pashupatinath. Deze Shivatempel bevat onder meer een reusachtig beeld van Nandi de stier, Shiva’s rijdier.

Parvati

Shiva’s vrouw heet Parvati; zij wordt ook wel Taleju, Durga of Kali genoemd. Zij is de belangrijkste vrouw in de godenwereld. Zij belichaamt de eeuwige kracht van de natuur. Ter ere van haar worden er vele dieren geofferd. De bekendste aan Parvati gewijde tempel in de vallei van Kathmandu is de Daxinkalitempel.

Ganesh 

Uit het huwelijk van Shiva en Parvati werd de zoon Ganesh geboren. Ganesh is voor iedereen herkenbaar aan zijn olifantenkop. Toen Shiva na een veertien jaar durende reis bij zijn vrouw Parvati terugkeerde, trof hij naast Parvati een jongeman in haar bed aan. Shiva verdacht zijn vrouw van ontrouw en ontstak in grote woede. Met één zwaardslag onthoofde hij de jongeman. Tot zijn grote ontsteltenis bleek toen pas dat de jongen zijn zoon Ganesh was. Vol wroeging beloofde hij Ganesh het hoofd van het eerste levende wezen dat zou passeren. Dat was een olifant. Sindsdien heeft Ganesh een olifan-tenhoofd. Ganesh is de god die hindernissen wegneemt en daarom wordt hij op scholen veel vereerd. Zijn rijdier is de muis.

Brahma 

Brahma wordt vereerd als de wereldschepper. Hij is de belichaming van het moksha, het absolute zijn. Opgaan in Brahma is het einddoel van alle hindoes. In het Nepalese religieuze leven speelt hij een ondergeschikte rol, dat is dan ook de reden waarom er vrijwel geen aan hem gewijde tempels zijn.

De levende godin Kumari

Bij het Durbar Square in Kathmandu staat een indrukwekkend bouwwerk dat van bijzonder mooi houtsnijwerk op de raamposten en deuren is voorzien. Het is het paleis van Kumari, de levende godin. In dit gebouw leeft een meisje dat als een incarnatie van Taleju (Parvati), de echtgeno-te van Shiva, wordt vereerd. Zij, de maagd Kumari, is een symbool van zuiverheid en kracht. De levende godin is een van de voorbeelden van de vermenging van het hindoeïsme met het boeddhisme: zij wordt vereerd als een incarnatie van de hindoegodin Taleju, maar wordt op ongeveer vijfjarige leeftijd gekozen uit de boeddhistische Newarkaste van goud- en zilversmeden. De selectie is bijzonder streng. Het meisje dat haar jeugd als Kumari zal slijten, moet onder meer blijk geven van onverschrokkenheid en een gaaf lichaam hebben dat aan vele vereisten moet voldoen. Zij blijft Kumari tot zij voor het eerst bloed verliest; dat kan gebeuren ten gevolge van haar eerste menstruatie, maar ook door het oplopen van een verwonding. Als het meisje gebloed heeft, is zij Kumari-af en moet er een nieuwe Kumari worden gekozen. Tijdens het jaarlijkse Chariotfestival maakt Kumari een rondrit door de stad. Tijdens de rondrit werd zij zelfs door de voormalige koningen geëerd.

Een legende verhaalt over het ontstaan van dit gebruik:  

Tot ver in de 18de eeuw was de godin Taleju beste maatjes met de toenmalige Malla-koningen. Tijdens een onschuldig dobbelspel kon koning Jaiprakash Malla zijn ogen niet van het zeer aantrekkelijke lichaam van de godin Taleju afhouden. In zijn gedachten ontsponnen zich de wildste fantasieën. De godin las zijn gedachten en ontstak in grote woede. Dergelijke gedachten van een mens waren voor de godin volstrekt onacceptabel. Zij vertelde hem dat hij haar nooit meer zou zien en dat hij binnenkort van zijn troon zou worden gezet. De angstige koning vroeg op zijn knieën om vergiffenis. Zich nog even omdraaiend vertelde de godin dat zij ging incarneren in het lichaam van een maagdelijk meisje en dat dit meisje aanbeden moest worden als de geïncarneerde godin Taleju. De koning liet onmiddellijk het meisje door zijn priesters uitkiezen en bouwde een prachtig huis voor haar in de omgeving van zijn paleis in Kathmandu. Vervolgens verklaarde hij dat het meisje vereerd moest worden tijdens het jaarlijks te houden Chariotfestival. Zijn pogingen om de godin tevreden te stellen mochten niet baten: tijdens het Chariotfestival in 1768 werd hij van zijn troon gestoten door de Gurkha-koning Prithvi Narayan Shah, de stamvader van het huidige koningshuis. Vanaf die dag werd de levende godin Kumari vereerd als de huisgodin van de koninklijke familie en plaatste de Kumari ieder jaar tijdens het Chariotfestival een tika op het voorhoofd van de koning om daarmee de macht van de koning te bezegelen.

Het plaatsen van een tika op het voorhoofd van de koning was een belangrijke gebeurtenis. In 1955 was de Kumari een heel klein meisje. Tijdens de plechtigheid vergiste zij zich en plaatste de tika niet op het hoofd van koning Tribhuvan, maar op het voorhoofd van kroonprins Mahendra. Binnen enkele maanden stierf de koning en nam Mahendra zijn plaats op de troon in.

In 1994 was de huidige koning Birendra op staatsbezoek in China. Toen hij naar Kathmandu wilde vliegen voor het Chariotfestival, brak er boven de Chinese hoofdstad Beijing (Peking) een zware storm los. Ondanks waarschuwingen van de Chinese autoriteiten voor het slechte weer steeg het regeringsvliegtuig op: de koning vond dat hij hoe dan ook op tijd aanwezig moest zijn om de tika te ontvangen van de levende godin Kumari! Er zijn in de vallei van Kathmandu nog vijf andere Kumari’s, die evenwel minder bekend zijn dan de Kumari die in Kathmandu woont.

10 prachtige bestemmingen in Nepal