Nepal

Swipe

Godsdienst en kunst

Een geheel ander aspect van de in Nepal beleden godsdiensten is de grote invloed ervan op de kunst. Behalve de duizenden tempels ziet men overal mystieke symbolen, magische ontwerpen en erotische afbeeldingen. Al deze kunstzinnige uitingen vinden hun oorsprong in de tantra. De tantra is een geheimleer die een symbolische, religieuze filosofie bevat en tussen de 10e en 15e eeuw is ontstaan. In het tantrisme speelt de verering van demonen een belangrijke rol. Deze tantra is ook een der bindende factoren tussen het hindoeïsme en het boeddhisme. In de architectuur ontstond onder invloed van de godsdienst de bekende pagodebouwstijl. Deze van oorsprong Nepalese bouwstijl vond later ook toepassing in Tibet, Peking (China), Korea en Japan.

De stoepa

Ook ziet men in Nepal een unieke vorm van boeddhistische architectuur namelijk de stoepa. Een stoepa is een grote stenen koepeltoren. In het massieve centrum van de koepel bevindt zich een relikwie van Boeddha. Deze stoepa’s worden zowel door hindoes als boeddhisten vereerd. Van oorsprong zijn de stoepa’s voortgekomen uit een oeroud Indiaas begrafenisritueel. Lang voor het begin van onze jaartelling werden als heilige beschouwde asceten rechtopzittend in yogahouding begraven. Hun lichaam werd bedekt met een aarden heuvel. In de loop der eeuwen kwamen de gelovigen de begravene eer bewijzen. Zij plaatsten op de heuvel een lingam (fallus) als symbool van de eenwording met het goddelijke. Aldus ontstond de vorm van de latere boeddhistische stoepa. In alle stoepa’s keren steeds een aantal basiselementen terug. Het vaak terrasvormige fundament symboliseert aarde, de koepeltoren (garbha) water en de piek vuur. De piek wordt meestal bekroond door een soort metalen paraplu die de wind en het nirwana symboliseert. Een eventueel aanwezige halve maan in de top symboliseert lucht. De uiterste rondvormige punt fungeert als zon en symboliseert de oneindige ruimte. De zon en de maan samen vormen het symbool van het weten en de dualiteit. Zij staan symbool voor het derde oog, de urna, van de Boeddha. Bovenop de witte koepel zien we meestal een goudkleurige kubus, waarop de mystieke, alziende ogen van Boeddha zijn aangebracht, die vanaf alle vier de zijden de wereld instaren. Ze symboliseren de wijsheid en het medelijden van Boeddha. Iedere zijde van het vierkant symboliseert één van de vier edele waarheden. Zoals reeds beschreven wordt de kubus bekroond met een piek. Deze piek bestaat meestal uit dertien ringen (zoals Swayambhunath) of dertien treden (zoals Bodhnath), die de dertien stappen tot de verlichting uitbeelden. De Tibetaanse benaming voor een stoepa is chˆten, wat betekent: bewaarplaats van relieken. In de vallei van Kathmandu staan drie grote boeddhistische stoepa’s, waarvan Swayambhunath en Bodhnath de bekendste zijn. De stoepa’s, die beschilderd zijn met de alziende ogen van Boeddha, worden drukbezocht door pelgrims die vaak kloksgewijs om deze stoepa’s heenlopen en de ingebouwde gebedsmolens in beweging zetten. Sommige gelovigen laten zich uit devotie voorover vallen en staan vervolgens weer op. Op deze wijze bewegen de gelovigen zich voort. Men noemt dit prosterneren ofwel kjiangchie. Anderen maken gebruik van een rozenkrans. Deze bestaat gewoonlijk uit 108 kralen om Boeddha’s naam evenzoveel maal te kunnen aanroepen. De pelgrims prevelen religieuze spreuken, die men mantra’s noemt. Een zeer bekende Tibetaanse spreuk is: Om Mani Padme Hum (Prijs het Juweel in het Hart van de Lotus). Met deze spreuk roept men met name de beschermheilige van Tibet aan, Chenrezi, de bodhisattva van Erbarmen. Deze mantra komt men ook veelvuldig tegen op mani-stenen en mani-muren die bij veel heiligdommen maar ook langs bergpaden worden aangetroffen. In de noordelijke grensgebieden komt het lamaïstische boeddhisme voor, dat zijn oorsprong vindt in Tibet. In de sherpadorpen, maar natuurlijk ook in de Tibetaanse vluchtelingenkampen bij Patan en Pokhara, kan men de lama’s (priesters) aan het werk zien. Vlak bij Bodhnath kan men een bezoek brengen aan enkele fraaie nieuwe boeddhistische kloosters (gompa’s).

Gebedsmolens

Rondom de stoepa staan talloze kleinere stoepa’s (chaityas) en gebedswielen ofwel gebedsmolens. Gebedsmolens zijn typerend voor het Tibetaanse of lamaïstische boeddhisme. De molens kunnen zeer in omvang variëren. Ze bestaan uit een holle cilinder op een handvat of ze zijn ingebouwd in de muren van stoepa’s en tempels. De cilinder is gevuld met op rijstpapier gedrukte gebeden, sutra’s of religieuze formules (mantra’s). Elke keer dat het wiel wordt rondgedraaid staat gelijk aan het een keer opzeggen van de mantra’s; dat gebeurt dus als het ware op mechanische wijze. De gebedsmolens en wielen worden altijd rechtsom rondgedraaid. Voorts omcirkelen de boeddhistische gelovigen de heilige plaatsen met de richting van de klok mee. Dit symboliseert dat de mens rond Boeddha draait zoals de planeten rond de zon. Aanhangers van de B’on-religie omcirkelen de heilige plaatsen tegen de richting van de klok in.

Gebedsvaantjes

Men kan ook gebruikmaken van water of wind om gebeden naar het nirwana te zenden. Veel stoepa’s zijn versierd met duizenden kleurrijke gebedsvaantjes, die, wapperend in de wind, de stoepa een feestelijke aanblik geven. Op de gebedsvaantjes staan gebeden en mantra’s gedrukt die door de wind naar het nirwana worden geblazen. De vijf verschillende kleuren van de gebedsvaantjes symboliseren de vijf elementen water, vuur, aarde, hout en metaal. Gebedsvaantjes worden ook vaak, wapperend aan bamboestokken, op hoge punten geplaatst.

Thankas

Thankas zijn Nepalese of Tibetaanse schilderijen met een religieus (meestal boeddhistisch) motief, die doorgaans als decoraties in boeddhistische kloosters worden gebruikt. Thankas (thangka’s) worden door een kunstenaar in opdracht gemaakt, hetzij voor een monnik, hetzij voor een leek om hem te steunen in moeilijke perioden. Door het laten maken van een thanka verwerft men in de toekomst geluk en voordeel. Veel van de tegen-woordig vervaardigde thankas zijn speciaal voor de verkoop aan toeristen geschilderd. Gewoonlijk zijn thankas geschilderd op een achtergrond van canvas of zijde, ingelijst in zijde of brokaat, en rechthoekig van vorm. Ze variëren in grootte van boekpagina’s tot doeken die hele muren beslaan. Er zijn diverse soorten thankas: in meerdere kleuren; met goud geverfd op rode of goudkleurige ondergrond; met wit of goud geverfd op een zwarte ondergrond. Incidenteel maakt men bij de vervaardiging gebruik van stempels. Er zijn ook geappliqueerde en geborduurde thankas, waarvan exemplaren met enorme afmetingen bestaan. Deze reusachtige thankas zijn in de regel in het bezit van kloosters. Deze worden ter gelegenheid van grote feesten opgehangen aan kloostermuren of over een berghelling uitgerold, zodat het hele volk ze kan aanschouwen. De thankas worden in opgerolde vorm bewaard en vervoerd. Centraal in de afbeelding staat meestal een boeddhistische heilige, omringd door een aantal heiligen die lager in rang zijn. Soms beeldt men episo-des uit het leven van de heilige uit of visioenen. Op de thankas staan symbolische afbeeldingen zoals wolken, bloemen en bergen. Er zijn tevens thankas waarop het levenswiel of een mandala zijn afgebeeld. De mandala wordt gebruikt om de meditatie te ondersteunen. De afbeelding is altijd symmetrisch, gebaseerd op cirkels en vierkanten. Soms heeft ze de vorm van een stad met vier poorten (een paleis van kennis) welke mentaal wordt betreden door de mediterende persoon om een mystieke eenheid met de boeddha te bereiken.

10 prachtige bestemmingen in Nepal