Nieuw-Zeeland

Swipe

James Cook

Ruim een eeuw nadat Abel Tasman, als eerste Europeaan Nieuw-Zeeland had ontdekt, leverde de Britse ontdekkingsreiziger James Cook het bewijs dat het mysterieuze Zuidland niet bestond. Hij maakte in de jaren 1768-1771 en 1772-1774 twee expedities rondom de wereld. Op 7 oktober 1769 ontdekte hij de oostkust van het Noordereiland en volgde deze in zuidelijke richting tot een kaap, die hij ‘Turnagain’ doopte. Cook keerde bij deze kaap en koerste noordwaarts, zeilde om de oostpunt van het Noordereiland en verbleef enige tijd in een uitgestrekte baai. In tegenstelling tot Tasman wist Cook wel vriendschappelijke betrekkingen met de Maori aan te knopen. Cook had van Tahiti een inboorling meegenomen, die zich goed verstaanbaar kon maken bij de Maori. In de Bay of Plenty (baai des overvloeds) kreeg Cook van hen drinkwater, aardappels, groenten en vis.

Cook had overigens ook slechte ervaringen met de bewoners van dit nieuwe land en hij kreeg niet overal voedsel en water. In een baai ten noorden van Gisborne kreeg hij slechts wat sprokkelhout. Hij noemde deze landingsplaats Bay of Poverty (baai van de armoede). Bij een kaap aan de oostkust probeerden enkele Maori de Tahitiaanse inboorling te bevrijden, hetgeen overigens niet lukte. Deze kaap werd daarom door Cook Cape Kidnappers genoemd. Cook ontdekte tijdens zijn eerste expeditie de doorgang tussen het Noorder- en Zuidereiland. Na het gehele Noordereiland te hebben omzeild was het Zuidereiland aan de beurt.