Colombo

Swipe

Pettah

Pettah (in het Singalees Pita Kotuwa, 'buiten het fort') is de vroegere woonwijk van de Hollanders. Nu is het een echte volkswijk met markten, winkeltjes, oude kerken, tempels en moskeeën. De straten zijn druk en kleurig; er is van alles te koop in de vele winkeltjes en openluchtuitstallingen. In de lange Sea Street rijgen zich de juwelierswinkels aaneen; binnen aan lange tafels zitten kijkers en kopers. Gabo's Lane is de straat van de kruiden, de Main Street vooral van voedsel en fruit en de Dam Street van de blik- en koperslagers. De Sri Katiresan Street is het armste deel van de wijk. Op straat worden meel, hout en houtskool verkocht; veel ambachtslui werken er in de openlucht. Bijzonder druk is het bij het uitgestrekte busstation, waar honderden bussen af en aan rijden. Heel rustig wachten de mensen in lange rijen hun beurt af onder afdakjes van golfplaat.

Opvallend zijn de monniken in het oranjegeel en de politie te paard. Vanuit de stadswijk Fort voeren enkele bruggen over het Beira-kanaal naar Pettah; dit kanaal is de verbinding tussen het Beira-meer en de haven. Bij het kanaal staat het fraaie, witgele Lake House. Even verder ligt het Slaveneiland, waar de Hollanders 's avonds de slaven heen brachten, omdat ze hen 's nachts in de stad te gevaarlijk vonden. Hier staan verscheidene moskeeën. Dicht bij het meer bevindt zich het spoorwegstation Fort, dat een Railway Museum herbergt. Voor het gebouw staat het beeld van de Amerikaanse kolonel Olcott, die zich in de 19de eeuw inspande voor de boeddhisten. Van dit station vertrekken alle treinen, onder andere naar Negombo en Kandy. Niet ver hiervandaan ligt het eerder genoemde busstation.

Main Street

In de Main Street, de drukke hoofdstraat van Pettah, staat een tweede uurwerktoren en vindt u voedselwinkels, fruitstalletjes, eethuisjes en eenvoudige hotelletjes. Mannen lopen er rond met een mand op het hoofd, op zoek naar mensen die hun boodschappen thuis willen laten brengen. Midden tussen alle winkeltjes staat de Dutch Belfry, een plat torentje met een klok erin die vroeger de Hollanders opriep tot de zondagsdienst in de Wolvendaalkerk. Hier staat ook Kayman's Gate uit de Hollandse tijd, vroeger aan de rand van het Beira-meer gelegen. De krokodillen (kaaimannen) kwamen hier de voedselresten verorberen die uit het fort in het meer werden geworpen. Even verder ziet u het vervallen Hollandse stadhuis; gelukkig heeft een aantal fraaie ornamenten van weleer de tand des tijds weerstaan. Hier wordt de drukke fruitmarkt gehouden. De fruithal hangt vol bananentrossen en de kokosnoten en ananassen liggen er hoog opgestapeld. Maar er hangt ook vlees aan haken en er staan zakken met graan en allerlei specerijen. Verder zijn hier oude Hollandse huizen te vinden, zoals de kleine Sint-Pauluskapel (het hoofdgebouw van het Leger des Heils) en een voormalige Hollandse school in de First Cross Street.

Dutch Period Museum

Het gebouw van het Dutch Period Museum is met de Wolvendaalkerk het beste voorbeeld van Hollandse koloniale architectuur in Colombo. Van 1693 tot 1697 diende het als woonhuis voor gouverneur Van Rhee. In 1708 werd het ingericht als seminarium voor de opleiding van Singalese en Tamil-predikanten en -onderwijzers. In 1780 werd het grondig verbouwd (min of meer zoals het er nu uitziet, met een voorgevel met acht hoge zuilen). Daarna diende het als weeshuis, hospitaal, kazerne, politieschool en postkantoor. In 1973 kon het, dankzij een initiatief van de Dutch Burgher Union, behoed worden voor de sloop. Besloten werd het te gebruiken als museum voor de Hollandse koloniale periode in Sri Lanka. In 1977 werd begonnen met de restauratie en inrichting. Met hulp van de Stichting Nederland-Sri Lanka werd vanuit Nederland financiële steun verkregen. In 1982 werd het museum door president Junius Richard Jayawardene geopend. Het is een statig, wit gebouw met hoge pilaren. Beneden zijn enkele grote kamers, voornamelijk ingericht met voorwerpen uit het 17de- en 18de-eeuwse koninkrijk Kandy en de Nederlandse bezittingen in de kustgebieden, waaronder VOC-porselein, munten, kaarten, boeken, kostuums, schilderijen, zwaarden, meubilair, archiefstukken en modellen van forten. Boven is voornamelijk Oudhollands meubilair te zien. Opvallend zijn de inklapbare speeltafels. Fraai is de binnenplaats van het gebouw. Eventuele vragen kunt u aan het aanwezige personeel stellen. In het gebouw zijn tevens het secretariaat en de bibliotheek van de Netherlands Alumni Association of Lanka (NAAL) ondergebracht. Aan de Keyzer Street lag het oude Hollandse kerkhof, bestemd voor hen voor wie de begrafeniskosten in de kerk te hoog waren. De Hollandse grafzerken zijn overgebracht naar het Dutch Period Museum. Het Dutch Period Museum is za-do geopend van 9-17 uur.

Hindoetempels

In de Sea Street staan drie hindoetempels naast elkaar, de gevels volgestouwd met godenbeelden in felle kleuren. Wie er binnengaat krijgt een stip op het voorhoofd gedrukt ten teken dat hij bezoeker van een tempel is. In de Skanda Temple staan typische zuilen van zwart teakhout met weelderige ornamenten als kapiteel. Voorts altaren van Skanda en Ganesh met de olifantskop en een beeld van de weinig afgebeelde Brahma. In de Kadhiresan Temple wordt de rijkversierde wagen met het beeld van de god Skanda bewaard, dat in processie wordt rondgereden tijdens het Vel-feest. De mooiste tempel van Colombo is de aan de god Shiva en zijn vrouw Parvati gewijde Sri Ponnambala Vaneswara Temple aan de Ramanathan Road. Deze werd aan het eind van de 19de eeuw in traditionele stijl gebouwd door hindoeïstische bouwlieden uit India met geld van de rijke familie Ponnambala. Hij is niet zo bont als veel andere tempels en heeft muren van mooi graniet. De ingang wordt gesierd door fraaie godenbeelden. Het interieur is sfeervol met in het midden het heiligdom van Shiva en zijn rijdier, de stier Nandi.

Moskeeën

In Pettah bevinden zich ook enkele moskeeën. Aan de New Moor Street staan de Grand Mosque en de Jamiul-Alfar Mosque. Deze laatste heeft rood en wit gestreepte bakstenen en werd in 1909 gebouwd.

Wolvendaalkerk

In een volksbuurt van Pettah staat de Dutch Reformed Church uit 1749, de Wolvendaalkerk, op de plaats van een vroegere Portugese kerk. De grote kruiskerk, vroeger de trots van de Hollandse wijk, lag toen 'midden in de groene tuinen waar tulpen in stonden'. Het gebouw heeft witgrijze muren, een hoofdingang met een bakstenen boog en een wapenschild van de voc in een geschulpte nis. Tegen de buitenmuren staan rechtop grote grafzerken met Hollandse namen en opschriften. De naam Wolvendaalkerk zou afkomstig zijn van de wolven (eigenlijk jakhalzen) uit het aangrenzende oerwoud, waarvan men 's nachts bij de kerk het gehuil kon horen. Het interieur heeft een vloer die bijna geheel bedekt is met grafzerken, waarvan er vele in 1813 naar hier zijn overgebracht uit de oude Hollandse kerk in de Gordon Gardens. Veel grafzerken hebben mooie reliëfs van wapenschilden en allegorische figuren. U kunt er namen van Hollandse gouverneurs tegenkomen, zoals Gerard Vreeland, Huybert Schreuder, Iman Willem Falck, Lubberth baron van Eek, oppercoopman Willem van Rhee en Willem van de Graaff, en van hoofdadministrateurs en soldijboekhouders. Uit de jaartallen blijkt dat velen jong zijn gestorven, sommigen reeds snel na aankomst op het eiland, waaronder veel vrouwen in het kraambed. Veertig jaar was een leeftijd die niet iedereen haalde. Veel Hollandse kinderen zijn bezweken aan pokken, cholera en malaria. Dit alles blijkt ook uit het bewaard gebleven archief, waarin de data van het doopsel, het huwelijk en het overlijden van de kerkleden vanaf 1743 zijn opgetekend. De houten gouverneursbank en de hoge preekstoel zijn met rood fluweel overtrokken. Er hangen verscheidene rouwborden met Nederlandse en Engelse teksten. De verzilverde doopvont is een geschenk van gouverneur Rycklof van Goens, wiens vrouw daags na de doop van haar dochtertje stierf. De gelovigen van de Wolvendaalkerk noemen zich 'presbyterians'. De kerk in Colombo telt momenteel ongeveer 3000 gemeenteleden. De leer van de kerk is gebaseerd op de opvattingen van de calvinistische Zuid-Nederlandse prediker Guido de Brés, de synode van Dordrecht en de Heidelbergse catechismus.

St. Lucia's Cathedral

Noordelijk van de Wolvendaalkerk staat op een hoogte de rooms-katholieke St. Lucia's Cathedral. Zij is met ruim 6ooo plaatsen de grootste kerk van Colombo, gebouwd tussen 1876 en 1910. De kerk is de zetel van de aartsbisschop van Colombo. Eraan verbonden zijn een klooster en een jongenscollege. Dicht bij de oceaan staat de kleine katholieke St. Anthony's Church met het door christenen, boeddhisten en moslims vereerde beeld van de Portugese heilige Anthonius. De Christ Church, de anglicaanse kathedraal uit 1845, staat in een park. Nog noordelijker, in de wijk Mutwal, staan tempels van boeddhisten en hindoes en enkele kerken, zoals St. James's Church voor de katholieke Singalese vissers. Zij wonen langs de oevers van de Kelani Ganga in huisjes onder de palmbomen.

10 prachtige bestemmingen in Pettah en Sri Lanka