Tanzania

Swipe

Koningen en chiefs

Als gevolg van Engelse invloeden konden de Arabieren de Oost-Afrikaanse kust geleidelijk aan weer heroveren. Soms werden ze daadwerkelijk door de Britten geholpen.

Vanaf de 15e eeuw stichtten chiefs overal in het land koninkrijkjes waarvan de onderdanen vaak bloedige oorlogen met elkaar uitvochten. Daarbij ging het meestal om (weide)grond, de koninkrijkjes waren niet op een vaste plaats gevestigd, ze reisden met de chief mee.

Het Karagwe koninkrijk vormde de eerste uitzondering. Onder chief Ruhinda van het Himavolk werd dit, in samenwerking met enkele andere volkeren, in het uiterste noordwesten van het huidige Tanzania gesticht. De plaatsnaam Karagwe en de rivier- en provincienaam Kagera, herinneren er nog steeds aan. De Ruhindadynastie zou bijna vijf eeuwen standhouden.

Vanaf het begin van de 18e eeuw gingen de afzonderlijke volkeren samenwerken. Chagga chief Horombo zette zich in voor de samenwerking tussen de diverse volkeren. Hij was de eerste vorst die het gehele gebied van de Kilimanjaro onder zijn bewind had. Helaas, zijn pogingen om de eenwording verder uit te breiden mochten niet baten, er was te veel concurrentie en tegenwerking. Iedereen kon in principe koning worden. Horombo werd door de Maasai vermoord. Op diverse andere plaatsen gebeurde hetzelfde.

Op die manier werd een andere beroemde jager, Mbega, aan het begin van de 19e eeuw koning van Usambara noordwestelijk van Tanga. Voordat hij koning werd jaagde hij op wilde zwijnen. Het noordoosten van het land werd samengebracht en geregeerd door koning Ghendewa die nabij Pare de eerste, door krijgers verdedigde, hoofdstad bouwde. Hij werd vermoord in een strijd tegen de Chagga. Koning Mashombo had in hetzelfde gebied al evenmin succes, behalve krijgers had hij ook een legertje van tovenaars en heksen in dienst.

Omstreeks 1840 ontstond een eerste verenigde stam in het gebied van Usambara. Koning Mbega was de stichter van de Kilindidynastie, waaruit koning Kinyashi voortkwam. Zijn zoon en opvolger, Simba Mwene (de Lion King) was een groot jager en veldheer. Onder zijn bewind voerde, voor het eerst in de geschiedenis, een grote groep van ruim een half miljoen mensen een behoorlijk bestaan.

Het eerste grote rijk van betekenis werd geregeerd door chief Munyigumba van het Hehevolk. Hij verenigde meer dan 100 ntemi’s (kleine bevolkingsgroepen die elkaar steunden tijdens oorlogen). Zijn rijk strekte zich uit over de tegenwoordige provincie Mufindi in het zuiden tot aan Lake Tanganyika. Zijn zoon, Mkwawa, breidde het rijk sterk uit en vestigde dit tot aan de weidegronden van de Maasai in het noorden. Hij maakte Kalenga tot de hoofdstad van zijn rijk en ommuurde het met een bijna 15 kilometer lange muur, 3,5 meter hoog. Mkwawa wordt in Tanzania als een vrijheidsstrijder geëerd vanwege zijn enorme verzet tegen de Duitse kolonisten. Hij wordt gezien als een van de belangrijkste heersers uit de prekoloniale tijd.

Een andere chief die lange tijd rust en vrede wist te handhaven was koning Kapufi van het Fipavolk. Hij regeerde aan de boorden van Lake Tanganyika van 1862 tot 1890 en werd beroemd door zijn grote kennis van de mijnbouw. Hij wist ijzererts niet alleen aan de oppervlakte te brengen, middels een soort hoogovenproces maakte hij ijzer van een behoorlijk zuiver gehalte. Hij was gevreesd om zijn slavenjacht. Gevangen slaven dienden als ruilobjecten voor graan.

Het Kilimanjarogebied stond vanaf 1860 onder controle van twee Chagga chiefs. Rindi ontwikkelde Moshi tot een belangrijk economisch centrum. De belangrijkste handelswaar werd gevormd door ivoor en slaven. Zijn voornaamste handelspartner was de sultan van Zanzibar. Moshi werd nog belangrijker toen de Duitsers er na ondertekening van het verdrag met Rindi in 1885 er hun economische en politieke hoofdkwartier vestigden. De andere Chagga chief, Sina, was verantwoordelijk voor het leger en de landbouw. Hoewel ze beiden op hun eigen terrein werkten en op overlappende terreinen elkaars concurrenten waren, kwam het nooit tot een treffen tussen die twee. Tot aan de komst van het Duitse leger in 1891 bleef Sina opperbevelhebber van de strijdkrachten ter plaatse.

Van grote betekenis voor de totstandkoming van het land was Nyamwezi chief Mirando, een strijdlustig baasje. Door Stanley, de Amerikaanse journalist die door de New York Herald erop uitgestuurd werd om de arts/zendeling Livingstone te zoeken, werd hij de Napoleon van Centraal-Afrika genoemd. Hij centraliseerde de macht van het grote Nyamwezivolk en maakte er een koninkrijk van met Urambo als hoofdstad. Door het samengaan van die afzonderlijke ntemi was het noodzakelijk dat er een soort democratie werd ingevoerd. Hij breidde zijn rijk in hoog tempo uit en kreeg zeggenschap over de belangrijkste handelsroutes vanaf de kust landinwaarts. De mensen van het volk stonden al bekend als handelaren die vooral ivoor vanuit het diepe binnenland naar de kust vervoerden. De Arabieren bereisden dezelfde route in tegenovergestelde richting, dus het lag voor de hand om de handel te centraliseren. Hij sloot verdragen af met omwonende volkeren, goedschiks of kwaadschiks. Om zijn leger nog groter en sterker te maken, huurde hij krijgers in van het Ngonivolk. Zijn machtigste bondgenoot was de sultan van Zanzibar. Dit bondgenootschap werd echter korte tijd na zijn dood in 1884 eenzijdig door de sultan verbroken omdat er permanent wel ergens een stam rebelleerde tegen de macht van de Nyamwezi.

10 prachtige bestemmingen in Tanzania