Tanzania

Swipe

Tanzania en de slavenhandel

De slavenhandel vanuit Tanzania kent een lange historie. Al in de 9e eeuw werden aan de Afrikaanse oostkust mensen gevangen en als slaven verhandeld. De Chinezen hebben hier veel over op schrift gesteld. Duidelijk is dat de bevolking langs de kust zeer gastvrij was, onbeducht voor enig gevaar. Ze waren dan ook een gemakkelijke prooi voor de slavenhandelaren. Geleidelijk werd de slavenhandel overgenomen door de Arabieren die zich (en niet altijd zo bedoeld) langs de kust gevestigd hadden. Ook de Portugezen en de Fransen namen intensief deel aan de handel. Het waren zelfs de Fransen die in 1780 een overeenkomst sloten met de koning van Kilwa (een koninkrijk aan de kust zuidelijk van Dar es Salaam dat gedurende enige tijd zeer machtig was) voor de levering van slaven gedurende een periode van 100 jaar.

Aan het begin van de 19e eeuw ontstond ook in het land zelf een grote vraag naar werkkrachten. De vele plantages moesten worden bewerkt en het werk was zwaar, de dagen lang, de plantages groot en de zon stond er recht boven. Werk dus voor slaven die vaak als krijgsgevangene aan nabij wonende volkeren werden ontfutseld. Het regime was meedogenloos en de ‘krijgsgevangene’ kon op een zekere dood rekenen als hij niet deed wat hem werd opgedragen. Al snel waren er in de kuststrook geen potentiële slaven meer voorhanden en ontstonden de zg. slavenroutes.

Men sprak over handelsroutes, wegen waarlangs kooplieden met hun karavanen het binnenland introkken om handel te drijven met volkeren die daar woonden. Over het algemeen was er sprake van ruilhandel. Men bracht (ná de spiegels en de kralen) wapens in ruil voor ivoor, huiden, goud en mensen. Het is duidelijk dat de volkeren die het eerst over wapens konden beschikken het welvarendst werden. De slavenhandelaren speelden daar handig op in en maakten gebruik van de conflicten die er gewoonlijk tussen volkeren heersten. Nadat een volk van wapens was voorzien gingen ze op jacht. Ze schoten olifanten, neushoorns en andere wilde dieren vanwege hun producten. Dorpen werden geplunderd en de dorpelingen gevangengenomen. Tijdens de tocht naar de kust fungeerden de gevangenen als dragers.

Er waren drie verschillende routes die alle diep het land ingingen. Er werd zelfs jacht gemaakt op mensen in Uganda en R.D. Congo. De noordelijke route eindigde in Tanga, de midden route in Bagamoyo en de zuidelijke route, de meest gebruikte, in Kilwa. Vandaar werden vele gevangenen naar Zanzibar verscheept om daar op de markt verkocht te worden. Dagelijks werden op de markt soms meer dan 300 mensen verhandeld.

Naar schatting kwamen, alleen in de 18e eeuw al, zo’n twee miljoen mensen in het kustgebied aan, een veelvoud van hen was onderweg bezweken. Men gaat ervan uit dat van elke vijf gevangenen er slechts één de kust bereikte. Handelaren brachten per tocht ongeveer duizend slaven naar de kust, alle beladen met handelswaar.

Vanuit Engeland, dat, evenals Duitsland, een koloniaal bewind voerde langs de kust van Oost-Afrika, werd reeds in 1773 het transport van slaven aan banden gelegd. In 1822 ondertekende sultan Seyyid Said het Moresbyverdrag. Hiermee werd ook het transport van slaven in zijn gebied beperkt. In ruil daarvoor kon hij rekenen op diplomatieke en economische steun vanuit Engeland. De handel in slaven ging echter onverminderd door. Veel invloedrijke mensen op het vasteland, maar vooral op het eiland Zanzibar waren economisch afhankelijk van de slavenhandel. De slavenhandel werd in 1833 door Engeland verboden en de druk die door de Engelsen werd uitgeoefend op het sultanaat, werd opgevoerd. De sultan was echter niet bereid om meer concessies te doen dan de transporten verder te beperken, maar hij bracht dit nauwelijks in praktijk. In 1873 werd een Britse diplomatieke missie naar Zanzibar gestuurd om de sultan te bewegen de mensenhandel te verbieden. Om de diplomatieke druk kracht bij te zetten werd gewapenderhand het transport van mensen naar Zanzibar voorkomen. De slavenmarkt werd gesloten. Het transport over land (de kuststrook stond eveneens onder controle van het sultanaat) ging gewoon door.

Er ontstond een gebrek aan slaven op de plantages van Zanzibar. Een storm had in 1872 grote schade aangericht die nog lang niet hersteld was en slavenhandelaren smokkelden nu slaven naar Zanzibar. De Britten konden maar geen vat krijgen op de slavenhandel en plaatsten in 1890 Zanzibar onder Brits protectoraat. Doordat de Duitsers het langs de kust van Tanganyika voor het zeggen hadden, ontstond een probleem tussen de Britten en de Duitsers, hetgeen werd opgelost door teruggave van Helgoland aan de Duitsers. Nu werd de officiële afschaffing van de handel in mensen mogelijk, Zanzibar was Brits gebied geworden. Het duurde nog tot 1897 alvorens de slavernij op het eiland en daarmee langs de kust, werd afgeschaft. Ruim 30 jaar later werd de laatste slaaf in vrijheid gesteld.

10 prachtige bestemmingen in Tanzania