West-Bohemen

Swipe

Karlovy Vary

Daar waar de rivier de Teplá uitmondt in de Ohre ligt het wereldberoemde kuuroord Karlovy Vary. Te midden van statige herenhuizen zoeken de gasten rust en genezing. Oorspronkelijk werd alleen in het geneeskrachtige water gebaad, maar aan het begin van de zestiende eeuw begon de arts Václav Payer drinkkuren voor te schrijven. Het gastenboek laat vele bekende namen zien. Vooral in de achttiende en negentiende eeuw was Karlovy Vary populair onder koningen, keizers, wetenschappers en beoefenaars van de schone kunsten. Zo waren onder andere tsaar Peter de Grote, keizer Josef II, de componist Johann Sebastiaan Bach en de schrijver Friedrich Schiller (zie onder Cheb) in het kuuroord te gast.

In 1816 arriveerde vorst Blücher, een Pruissische veldmaarschalk, in een koets van Napoleon, die hij bij de slag om Waterloo had buitgemaakt. Keizer Karel VI was zelfs zodanig van Karlovy Vary gecharmeerd dat hij de plaats gedurende twee maanden tot staatsresidentie maakte. Karl Marx heeft hier tussen 1874 en 1876 gewerkt aan zijn bekende boek ‘Das Kapital’. Niet lang daarna, in 1884 ging Antonín Dvoráks symfonie ‘Van de nieuwe wereld’ in de Poštovní Dum in première.

Diverse schrijvers hebben zich in lyrische bewoordingen over Karlovy Vary uitgelaten. Al aan het begin van de zestiende eeuw droeg de Boheemse humanist Bohuslav Hasištejnsky von Lobkovice een ode aan de plaats op:

‘O bron, jij verdient het om daar waar je hete water opborrelt, door de muzen met luide kelen bezongen te worden.’ De ode eindigt met de wens ‘dat de mensheid nog lang van jou heilzame werking mag profiteren’.

Goethe verklaarde in 1812 in een brief aan Wilhelm von Humboldt dat ‘Weimar, Rome en Karlsbad de enige plaatsen zijn waar ik leven kan’. Hij heeft de plaats dan ook herhaaldelijk bezocht. Als u over het Goethepad (Goethova stezka) loopt, kunt u overpeinzingen lezen van Goethe en andere beroemdheden die eens in Karlovy Vary vertoefden.

Karlovy Vary dankt zijn naam aan Karel IV. Vaststaat dat al voor Karels bezoek de bronnen door pelgrims bezocht werden, maar volgens de legende heeft hij de bronnen tijdens een jachtpartij ontdekt. Zijn honden joegen een hert op, dat met een enorme sprong van een rotsblok wist te ontkomen. De honden probeerden het hert te volgen maar kwamen in een hete bron terecht. De geschiedenis vertelt dat de lijfarts van Karel het water onderzocht en vaststelde dat het een geneeskrachtige werking had. Een beeldje uit 1851 herinnert aan het ontdekkingsverhaal. Het stelt echter geen hert maar een gems voor. Als u de ansichtkaarten mag geloven domineert het beeldje de stad. De gems (die als Kámzik op de plattegrond van de stad wordt aangegeven) is echter maar zo’n 50 centimeter hoog en staat op de bewuste rots tussen de bomen verscholen. Vlak bij hotel Pupp bevindt zich een station van het kabelbaantje dat de heuvel op gaat. Bij de eerste halte begint een pad dat u naar een restaurant leidt. Daar vandaan wijzen gele markeringen de weg naar het beeldje van de gems. Als u een klein stukje verder loopt, heeft u een mooi uitzicht over de stad.

Weer beneden (gele tekens volgen) komt u al snel bij de rivier de Teplá, waaraan de prachtige Zitekcolonnade staat, die genoemd is naar de ontwerper Josef Zítek. Deze architect heeft ook het Nationaal Theater te Praag ontworpen. De zuilengang is 132 meter lang en 13 meter breed en werd tussen 1871 en 1881 gebouwd. Op het dak van de neorenaissancistische colonnade staan 12 allegorische beelden van de maanden van het jaar. De colonnade is ook bekend onder de naam Molenbroncolonnade. Ten noordwesten van de colonnade, aan de straat Sadova, staat de Russisch-orthodoxe kerk. Toen tsaar Peter de Grote in 1711 te Karlsbad kuurde, kreeg hij het idee een Russische kerk te laten bouwen. Het duurde echter anderhalve eeuw voor de eerste steen werd gelegd (1862). In 1872 werd vanwege de 200-jarige geboortedag van Peter de Grote geld ingezameld voor de inrichting van de kerk. De prachtige eikenhouten iconostase werd door E.D. Turin beschilderd. Op het plafond van de koepel zijn de 12 apostelen te herkennen. De muren worden verfraaid door mooie iconen. Aan het begin van de vorige eeuw werd het bladgoud op de koepels aangebracht. De rest van het dak is bedekt met verzinkt lood.

Als u de Teplá-rivier in zuidelijke richting volgt komt u op de straat Tržište, waaraan de Vrídlo colonnade uit 1975 staat. De colonnade was oorspronkelijk genoemd naar de eerste mens die in de ruimte verbleef, de kosmonaut Joeri Gagarin. Zijn beeld beheerste een van de ingangen. Een paar jaar na de Fluwelen Revolutie is hij van zijn sokkel getrokken. De colonnade is een van de plaatsen waar de kurende gasten driemaal per dag (een uur voor de maaltijd) samenkomen voor hun drinkkuur. Op vertoon van een genummerde penning ontvangen zij hun persoonlijke beker, waarvan het handvat als drinktuit dient. Het water stinkt nogal en door die drinktuit hangt de neus niet te dicht boven het water tijdens het drinken. Een van de tien ‘geboden’ zegt dat gedurende de uren die gereserveerd zijn voor de kuur, het niet toegestaan is het warme water (tussen de 32 en 70 °C) in een zelf meegebrachte beker te tappen.

De huidige kuren zijn heel wat minder rigoreus dan die in lang vervlogen tijden. Volgens oude geschriften bestond een kuur bijvoorbeeld uit tien uur durende baden in heet water en het drinken van 60 koppen mineraalwater per dag. Het water konden de gasten tappen uit elk van de twaalf bronnen die voor dit doel geschikt waren. De grootste bron is de Vrídlo, die zich in de al genoemde collonade bevindt. Hier spuit elke dag zo’n tweemiljoen liter water van 72 °C de lucht in. De andere bronnen dragen de namen van Boheemse koningen en andere historische personen. Veel bezoekers zweren bij de heilzame werking van de ‘dertiende bron’, de Becherovka. Deze kruidenlikeur wordt gemaakt volgens een recept uit 1805 van Becher en een onbekende Engelse arts. Het verhaal gaat dat het recept altijd geheim is gebleven, slechts twee mensen zijn op de hoogte. Als een van hen sterft, geeft de overgeblevene het recept aan één andere persoon door. Oorspronkelijk bevatte de kruidendrank geen alcohol en moest het verlichting brengen bij maagklachten. Om het brouwsel voor de patiënt wat aantrekkelijker te maken werd alcohol toegevoegd. Sindsdien doen ook gezonde mensen zich te goed aan het kruidige vocht.

Niet ver van de Vrídlo colonnade staat de Maria-Magdalenakerk. Deze barokke kerk werd ontworpen door de architect K.I. Dientzenhofer en gebouwd tussen 1732 en 1736. De oorspronkelijke kerk werd in de veertiende eeuw gesticht door de orde van de kruisheren. Aan de andere kant van de colonnade vindt u de oude kasteeltoren uit 1608, die in de plaats is gekomen van een jachtslot dat er ooit door Karel IV was neergezet. Als u de rivier de Teplá nog wat verder volgt vindt u aan uw linkerhand het stedelijk museum (Karlovarské Muzeum). Nog iets verderop staat het grand hotel Pupp. In de hoogtijdagen van het kuuroord verbleven in dit hotel de adel en de hoogwaardigheidsbekleders. In 1760 kwam banketbakker Johann Georg Pupp naar Karlovy Vary. Hij trad in dienst van de plaatselijke kroegbaas, huwde diens dochter en nam de zaak over. Hij wist de tent om te toveren tot een exclusief etablissement. In de voorstad Dvory kunt u een bezoek brengen aan de permanente tentoonstelling in de glasfabriek Moser.

Op snoepgebied kent Karlovy Vary een opvallende traditie. Overal in de stad zult u mensen tegenkomen die op een ronde koek knabbelen. De koek heet Lázenské Oplatky (‘badwafeltje’) en bestaat uit twee flinterdunne wafels, waartussen traditioneel een laagje chocoladecrème is aangebracht. De wafels werden voor het eerst in 1867 gebakken. Tegenwoordig zijn ook andere smaken verkrijgbaar en is de lekkernij ook buiten Karlovy Vary te koop.

10 prachtige bestemmingen in Karlovy Vary en Tsjechië