West-Bohemen

Swipe

Kozel

De naam van slot Kozel (bok) is gekozen naar aanleiding van een legende. In de tijd van de Slaven was de heuvel waar nu het kasteel staat het toneel voor diverse rituelen. Een ervan had betrekking op de oogst. Op de dag van de lente-evening (het etmaal dat de dag en de nacht precies even lang zijn), na het invallen van de schemering, kwamen mensen uit het omringende gebied op de heuvel bijeen. Ze hadden zich verzameld om de goden voor hun edelmoedigheid te danken en om te bidden voor een goede oogst. Om de gebeden kracht bij te zetten werd een bok geofferd. De mensen dachten dat de opkringelende rook van het brandende dier de boodschap bij de goden zou afleveren. Zodra de bok tot as was vergaan keerden zij naar huis terug, in de volle overtuiging dat de oogst overvloeding zou zijn. Elk jaar opnieuw werd dit ritueel herhaald.

Aan het einde van de achttiende eeuw riep Rousseau in Frankrijk op tot terugkeer naar een meer elementair bestaan. Hij had een groot aantal aanhangers onder de Tsjechische edelen. Zij namen echter alleen de delen van zijn filosofie over die hen goed uitkwamen. Eén van de edelen die Rousseaus ideeën wel heel ruim opvatte, was graaf Jan Vojtech Cernín, een typisch voorbeeld van de aristocratie uit de rococotijd. Hij was een liefhebber van de pracht en praal zoals die aan het Franse hof gebruikelijk was. In zijn losbandige leven waren zijn voornaamste bezigheden het bijwonen van uitbundige feesten en het deelnemen aan jachtpartijen. Een van zijn adellijke titels was ‘jachtmeester van het koninkrijk Bohemen’ aan het hof van keizer Joseph II. Jan Cernín bezat echter geen jachtslot. Teneinde dit gemis teniet te doen gaf hij in 1784 opdracht tot de bouw van een buitenverblijf.

De zalen en hallen werden tussen 1787 en 1789 in de (niet langer in zwang zijnde) rococostijl beschilderd. Bloempatronen, landschappen en taferelen uit de Griekse mythologie sieren de muren en de plafonds. Na de dood van graaf Cernín werd zijn achterneef graaf Valdštejn-Vartenberk de nieuwe eigenaar van Kozel. In de tweede helft van de negentiende eeuw lieten zijn nakomelingen de tuinen van het landgoed omtoveren tot een prachtig Engels park. De tuinarchitect František Franc was verantwoordelijk voor het project. Deze Franc had ook de aanleg van de tuinen van het slot Hluboká (zie aldaar) en van Schonbrünn in Wenen verzorgd. De Valdštejns hebben het slot tot 1945 in bezit gehad. In dat jaar werd het gebouw geconfisqueerd door de staat. Het slot is grotendeels ingericht door de familie Cernín en toont hoe zij in de achttiende eeuw woonde. Het interieur bevat onder andere Weens en Meissner porselein, Slowaaks aardewerk, kachels in empirestijl, rococomeubels en een interessante verzameling boeken. In de manege en de stallen uit 1795 worden diverse exposities gehouden. De kapel en het terras dienen regelmatig als decor voor concerten. Kozel ligt een paar kilometer ten zuidoosten van Plzen.

10 prachtige bestemmingen in Kozel en Tsjechië