Argentinië

Swipe

Instabiliteit en de guerrilla

Vanaf 1955 tot 1973 kreeg Argentinië een rumoerige tijd van militaire staatsgrepen tot burgerpresidenten. Vooral de militairen probeerden het peronisme uit het politieke leven te bannen. Toch kon niemand het tegenhouden, ook niet toen een van de vele peronistische bewegingen een gewapende strijd begon tegen het militaire bewind. Ze noemden zich Montonero’s. Het was een linkse stroming die ondergronds ging werken. Economisch ging het ook op en neer en het IMF wilde steeds bij grote leningen dat de overheid de zwaar belaste industrie ging saneren. Want alle grote bedrijven, zoals de olie-, gas- en de staalindustrie en ook het gigantische spoorwegennet waren in handen van de staat en werden zwaar gesubsidieerd. Maar al die organisaties werkten ook inefficiënt. In 1969 kwam vanuit de stad Córdoba massaal verzet: studenten, arbeiders, zakenmensen, iedereen ging de straat op. Bloedig werd dit protest door de militairen onderdrukt. Het protest was niet meer tegen te houden, de eerste grote politieke daad van de Montonero’s was in 1970 toen zij een generaal doodschoten. De roep om Perón werd steeds heviger. De toenmalige militaire leider, Lanusse, zag dit ook in en stelde presidentsverkiezingen in het vooruitzicht. Perón (inmiddels 77 jaar) mocht terugkeren naar Argentinië. Op 20 juni 1973 landde hij met zijn inmiddels derde vrouw Isabel op het vliegveld van Buenos Aires.

Twee miljoen aanhangers waren daar aanwezig, de emoties braken los. Er werd ‘Vamos a hacer la patria perónista’ (We gaan een peronistisch vaderland bouwen) gezongen. Maar er braken vechtpartijen tussen de verschillende peronistische kampen en de geheime politie uit. Wat een feest moest worden werd een drama: honderden doden vielen er. Het decreet dat Perón niet aan de verkiezingen mee mocht doen werd ingetrokken en op 23 september werd hij opnieuw gekozen. Zijn vrouw Isabel werd vice-president. De oude bijna seniele Perón kon het land ook niet meer in de hand houden. Rechtse moordbrigades kregen het voor het zeggen en linkse guerrillabewegingen vermoordden en ontvoerden grote zakenmensen. In 1974 stierf Perón en zijn vrouw Isabel werd president. Een vrouw die niet veel van regeren snapte. Het was eigenlijk de minister van Welzijn, Lopez Rega, die de macht had. Hij richtte de AAA, de Argentijnse Anti- communistische Alliantie op. Hiermee gaf hij carte blanche aan de onderwereld om de strijd aan te binden tegen alles wat links was. Van 1973 tot 1976 verloren duizenden mensen het leven in de strijd van de AAA tegen de linkse guerrilla. De guerrilla was op haar hoogtepunt. Tegelijkertijd vloog de inflatie met 500% omhoog, het IMF gaf geen kredieten meer, de regering was corrupt en onmachtig. Weer werd er ingegrepen door de militairen, de vijfde keer in 40 jaar.

10 prachtige bestemmingen in Argentinië