Chili

Swipe

Het Andesgebergte, van Arica tot Vuurland

De uitgestrekte Chileense Andes is landschappelijk gezien van noord naar zuid op te delen in vier verschillende zones:

De noordelijke Andeshoogvlakte of Altiplano

Grote vulkanische activiteit gedurende de hele geschiedenis van de Andes heeft er voor gezorgd dat een gigantisch gebied is opgevuld met aslagen en vulkanische gesteenten. Hierdoor is over een gebied van 300 x 600 km een hoogvlakte op gemiddeld 4000 meter hoogte ontstaan, de 'Altiplano' genoemd. Het westelijk deel van de Altiplano hoort bij Chili en neemt grote stukken van de Ie en IIe regio in beslag. De Andes van Chili is hier op z'n breedst, en de hoogvlakte is bezaaid met met sneeuw bedekte vulkanen, die voor een deel nog actief zijn.

De centrale Andes van Chili

Een groot deel van de Andes, vanaf Copiapó tot op de hoogte van Concepción, wordt 'centrale Andes' genoemd, een relatief smal maar erg hoog gedeelte van de Andes. Hoewel vrijwel geheel opgebouwd uit vulkanische gesteenten zijn er in dit deel van de Andes nu geen actieve vulkanen meer. Een opvallend kenmerk van de centrale Andes zijn reusachtige hoogteverschillen, die zijn ontstaan door verticale bewegingen langs grote breuken (horsten en slenken). Vanaf Santiago, op 500 m hoogte, rijst het gebergte steil omhoog tot Zuid-Amerika's hoogste berg de Aconcagua (6900 m). Een hoogteverschil van meer dan 6000 meter over minder dan 50 km! Naast de Aconcagua zijn er vele andere hoge '6000'ers', zoals Tupungato en Mercedario. Dit deel van de Andes zie je mooi vanuit de lucht, als je vliegt op Santiago. De centrale Andes is opgebouwd uit dikke pakketten vulkanisch gesteente, die vooral in het noordelijk deel rijk zijn aan ertsen. Het belangrijkste erts in de Andes is koper, een van de fundamenten van de Chileense economie.

De Andes van het 'merengebied'

De Andes versmalt zich in de VIIIe regio en wordt minder hoog, en bestaat uit een door gletsjers gevormd merenlandschap en een hele keten actieve vulkanen tot 3600 m hoogte. In de tienduizend jaar na de laatste ijstijd hebben jonge vulkanen grote hoeveelheden as en machtige lavastromen uitgebraakt, zodat nu grote delen van dit deel van de Andes uit vulkanisch gesteente bestaat. Lavastromen hebben soms hele dalen afgedamd, waarachter zich meren hebben gevormd. Veel vulkanen zijn ook nu nog actief, met kraters met gloeiende lava en gassen (Llaima en Villarica). Regelmatig vindt er een eruptie plaats in dit gebied; soms gepaard met aardbevingen. Een van de zwaarste bevingen die op aarde is waargenomen vond in 1960 voor de kust van Zuid-Chili plaats.

De Andes van Patagonië en Vuurland

Het Andesgebergte grenst hier direct aan zee met wilde en steile bergwanden en diepe fjorden. De Andes breekt naar het zuiden toe op in een aantal afzonderlijke bergmassieven, niet meer zo hoog als in Centraal-Chili, maar toch af en toe 4000 meter hoogte bereikend (Cerro San Valentin). Vulkanisme, zo kenmerkend voor gebergtevorming in de Andes, trad in de loop van de geologische geschiedenis hier regelmatig op, maar is nu in de Patagonische Andes niet meer zo actief. Jonge vulkanen, zoals in het merengebied, ontbreken hier op een uitzondering na (1992: uitbarsting Cerro Hudson). De spectaculaire toppen van de Patagonische Andes, Fitz Roy, Cerro Torre en Torres del Paine, bestaan grotendeels uit graniet en granodioriet, gesteenten die op grote diepte in de aardkorst zijn gevormd.

Behalve door opheffing en vulkanisme is de huidige vorm van het gebergte vooral een gevolg van intensieve gletsjererosie. Net als in Europa heeft Patagonië in het Pleistoceen vier ijstijden gekend (de grootste vergletsjering vond 1,2 mln. jaar geleden plaats, en de laatste ijstijd eindigde circa 15.000 jr. geleden). Gedurende de ijstijden was de hele zuidelijke Andes met sneeuw en ijs bedekt en staken slechts enkele toppen boven de ijskap uit. De gletsjers daalden af tot ver in de oostelijke Patagonische steppe en in Vuurland tot aan de Atlantische Oceaan. Er vormde zich een zogenaamde 'Piemontegletsjer' (laagvlakte-gletsjer) zoals we die nu nog in Alaska aantreffen. Aan de westkant sleep het ijs diepe dalen uit waardoor net als in Noorwegen een fjordenkust is ontstaan. In het oosten slepen de gletsjers grote bekkens uit in de vlakte en lieten grote morenewallen achter. In deze bekkens zijn later de grote randmeren van de Patagonische Andes ontstaan: Lago General Carrera/Buenos Aires, Lago Argentino en andere. In het zuiden werd het hele continent door het ijs 'doorgezaagd' tot onder zeeniveau waardoor de Straat van Magallanes ontstond. Twee grote ijskappen bedekken nu nog steeds grote delen van de Patagonische Andes, en kunnen gezien worden als het restant van de grote gletsjers uit de ijstijden.

10 prachtige bestemmingen in Chili