Bas-Périgord

Swipe

Sarlat

Sarlat is het paradijs der Fransen.
Henri Miller

Als u in de zomermaanden door de straten van Sarlat (11.000 inwoners) wandelt, zult u merken dat u niet de enige bent die van het `paradijs der Fransen' wilt genieten: in de straten van de vroegere hoofdstad van de zwarte Périgord lopen veel toeristen, met name op zaterdag en woensdagmorgen als er markt is.

Geschiedenis

Het oude vestingstadje staat vol met aantrekkelijke herenhuizen van gele zandsteen uit de 15de, 16de, 17de en 18de eeuw. Toch is de stad al veel ouder: men heeft sporen van bewoning gevonden die dateren uit het Gallo-Romeinse tijdperk. In de 8ste eeuw bouwde men een benedictijnenklooster waaromheen de nederzetting Sarlat groeide. Karel de Grote schonk de monniken de relikwieën van Sint-Sacerdos, de heilig verklaarde bisschop van Limoges. Sacerdos werd geboren in Calviac en studeerde in Cahors. Nadat hij monnik werd maakte hij naam als genezer. Kort nadat hij bisschop was geworden stierf hij in 720. De kloosterkerk werd naar hem vernoemd.

Volgens een legende passeerde in 1147 Sint-Bernardus het stadje. Hij kwam net terug van een kruistocht en verrichtte in Sarlat het wonder van de genezende broden. Hij zegende het brood, alle zieken die er van aten genazen. Als dank bouwde men de toren van Sint-Bernardus ofwel de Lantaarn der Doden. In werkelijkheid weet men niet met welk doel deze toren achter de kathedraal gebouwd is. In 1298 nam de invloed van de monniken af en koos de stad consuls.

Daarna braken roerige tijden aan: de stad had zwaar te lijden van aanvallen van de Noormannen. Vervolgens had het de pech om tijdens de Honderdjarige Oorlog precies tussen de strijdende partijen te zitten. Lange tijd kon men de aanvallen van de Engelsen weerstaan, maar tenslotte delfde de stad het onderspit. Nadat de Engelsen in 1453 waren verdreven braken de Godsdienstoorlogen uit en gingen veel gebouwen wederom in vlammen op. Men herbouwde de stad op de oorspronkelijke fundamenten, maar ter vervanging van hout gebruikte men gele zandsteen dat men uit de nabij gelegen steengroeven hakte. Veel van de huizen werden in de 16de, 17de en 18de eeuw gerestaureerd of vervangen door gebouwen die tot op de dag van vandaag de oude straten flankeren. In de 19de eeuw nam het belang van het stadje af tot het in de jaren zestig weer haar plaats als regionaal centrum innam. In de 19de eeuw legde men een brede hoofdstraat dwars door het centrum van het stadje aan: de Rue de la République ofwel La Traverse die Sarlat in een oostelijk en een westelijk deel scheidde. De meeste bezienswaardigheden liggen in het oostelijk deel, maar hier is het ook veelal druk. Het is daarom een goed idee om ook even door het westelijk deel te dwalen. Hier kunt u nog iets proeven van lang vervlogen tijden.

Bouwstijlen

In 1962 maakte de Franse staat het financieel mogelijk om de stad te restaureren, met als gevolg dat Sarlat nu een van de aantrekkelijkste vestingstadjes van Frankrijk in de stijl van de renaissance is. Opvallend is dat sommige herenhuizen uit een mengeling van bouwstijlen bestaan: een middeleeuwse onderbouw (met vaak een halfronde opening of deur); daarboven verdiepingen in de stijl van de flamboyante gotiek (vlamvormige omlijstingen van de ramen) of de stijl van de renaissance (met gebeeldhouwde pilasters en omlijstingen van de ramen); en op de top classistische gevelpunten en dakkapellen (met klassieke Griekse en Romeinse ornamenten). De zware leistenen daken zijn spits gebouwd, zodat het gewicht zoveel mogelijk op de muren rust. De oorspronkelijke verlichting van de stad met gaslampen is gerestaureerd, zodat u met name 's avonds (als het veel stiller is) kunt genieten van de authentieke sfeer. In de stad zijn twee rondleidingen langs de bezienswaardigheden samengesteld (zie kaart) die beide starten bij het Toeristen-informatiekantoor op het Place de la Liberté. De eerste rondleiding gaat door het oostelijk deel van de stad; de tweede rondleiding gaat voor een groot deel door de westelijke stadswijk.

Toeristen-informatiekantoor: Het Toeristen-informatiekantoor is gevestigd in het 16de-eeuwse Hôtel de Malleville (of Hôtel de Vienne), gebouwd in de stijl van de renaissance.

Links van dit gebouw staat het evenoude Hôtel de Royère (apotheek).

Aan de overkant van de straat staat het 16de-eeuwse Hôtel de Dautrerie. Via de Passage (onderdoorgang) Henri de Segogne en de Impasse des Vilettes komt u op het Place André Malraux met gerestaureerde huizen uit de 13de, 15de en 17de eeuw.

Place du Peyrou

Een volgende onderdoorgang leidt naar het Place du Peyrou waar u het Maison de la Boétie kunt vinden. Het is het 16de-eeuwse geboortehuis van de vroeg gestorven dichter Étienne de la Boétie (1530-1563). De met medaillons versierde pilasters naast de ramen zijn vervaardigd in de stijl van de renaissance.

Kathedraal Saint-Sacerdos

Aan het zelfde plein staat de Kathedraal Saint-Sacerdos. Van oorsprong was dit gebedshuis een 12de-eeuwse kloosterkerk. Van dit romaanse kerkje staat nu de klokketoren nog recht overeind. Alleen de bovenste verdieping is uit de 17de eeuw; het uivormige klokkenhuis stamt uit de 18de eeuw.

In 1317 stichtte paus Johannes XXII het bisdom Sarlat en verbouwde het romaanse godshuis tot een kathedraal. Het betrof een klein gebouw voor de eredienst in de vorm van een Grieks kruis. Van deze 14de-eeuwse voorloper van het huidige gebouw stamt de oostzijde van het kathedraal, achter en rond het koor.

Bijzonder fraai is de 14de-eeuwse Kapel van het Heilig Sacrament, recht achter het koor. Achter het altaar met het kruikvormige tabernakel staan twee beelden van franciscanen. Boven de koorstoelen (rechts) afbeeldingen van Christus met een wereldbol, de hoge priester Ezékiel, een profeet en Johannes de Doper. Links afbeeldingen van de Maagd Maria, Maria Boodschap en Maria Magdalena.

Het grote schip tussen de drie 14de-eeuwse kapellen achter het koor en de romaanse klokketoren werd in de 17de eeuw gebouwd. Het is een grote ruimte met veel licht en een goede akoestiek. De bouw startte al honderd jaar eerder, maar door de vele oorlogen en epidemieën legde men pas in 1685 de laatste hand aan het gewelf. In de derde kapel aan de rechterzijde (gerekend vanaf de klokketoren) staat de houten relikwiekast van Sint-Sacerdos, naar wie de kathedraal vernoemd is. Helaas zijn de relikwieën tijdens de Godsdienstoorlogen door de hugenoten meegenomen en vervolgens verdwenen. Op het gebrandschilderde raam staat zijn leven uitgebeeld. Ook de meeste andere kapellen stammen uit de 16de en 17de eeuw. Het orgel uit 1752 van Jean-Franc"ois Lepine is het bekendste uit de Périgord.

Het gebouw rechts van de ingang van de kathedraal is de vroegere bisschopszetel (Évêché) met een 16de-eeuwse voorgevel en een galerij in de stijl van de Italiaanse renaissance.

Ten zuiden van de kathedraal liggen het Cour des Fontaines (Plein van de Fonteinen) en het Cour du Cloître (kloosterhof). Vanaf het kloosterhof heeft u een goed zicht op de kathedraal. Rechts is de kapittelzaal, waar de monniken vergaderden, en de romaanse Kapel van de blauwe bedelmonniken (Chapelle des pénitents blues of de Kapel Saint-Benoît). Deze kapel werd in de 17de eeuw gerestaureerd. Achter deze kapel ligt het Hof der kanunikken (Cour des Chanoines), een vierkant plein met een 15de-eeuws huis met vakwerkbouw. Via de gewelfde onderdoorgang, rechts achter, komt u bij de Jardin des Enfeus, het vroegere kerkhof van de kathedraal. In de omheiningsmuur zijn romaanse en gotische grafnissen te bewonderen. Via het trapje komt u bij de eerder genoemde Lantaren der Doden (Lanterne des morts) of de toren van Sint-Bernardus uit de 12de eeuw, waarschijnlijk gebouwd ter ere van Sint-Bernardus.

Het koninklijk gerechtsgebouw

Via een kleine poort aan de voet van de toren wandelt u naar Le Presidial, het koninklijk gerechtsgebouw uit de 16de eeuw. Het achthoekige torentje diende als lantaren.

Rue de la Salamandre

Via de Rue du Presidial komt u op de Rue de la Salamandre met het 15de-eeuwse Hôtel de Genis en het Hôtel de Grézel, eveneens uit de 15de eeuw. Vervolgens eindigt de eerste rondleiding weer op het Place de la Liberté, waar onder meer het Toeristen-informatiekantoor staat.

Stadhuis

De oostzijde van dit plein wordt ingenomen door het Hôtel de Ville (het stadhuis) uit de 17de eeuw. In de noordhoek van het Place de la Liberté staat de 14de-eeuwse Sainte-Mariekerk. Het kerkje heeft een versterkte toren en werd in de 15de eeuw verbouwd. Erachter staat het monumentale Hôtel de Gisson, ook wel Hôtel Magnat en Hôtel Chassaing genoemd. Als u wilt kunt u in de Rue Fénelon (nr. 13), die uitmondt op het Place de la Liberté, een bezoek brengen aan het Musée de Mirepoises, gevestigd in het 16de-eeuwse Hôtel des Mirepoises. Het museum biedt u de gelegenheid om een 16de-eeuws herenhuis van binnen te bekijken. De meubels stammen vooral uit de 17de en 18de eeuw.

Musée de Mirepoises geopend: juli-sept. dgls. 10-22 u.

Het westelijk deel van de oude stad

Vanaf het Hôtel de Gisson leidt de Rue des Consuls naar de Rue de la Republique. Hier begint de rondwandeling door het westelijk deel van Sarlat. Langs de Rue des Consuls staat het Maison des Consuls ofwel het Hôtel Plamon (links), het fraaie 14de-eeuwse huis van de consuls dat achtereenvolgens in de 15de, 16de en 17de eeuw werd verbouwd. Tegenover het huis van de consuls liggen het 15de-eeuwse Hôtel de Vassal, de Fontaine Sainte-Marie en het Hôtel de Mirandol.

Rue des Arms

Als u de Rue de la République oversteekt, komt u in de Rue des Arms. In de Rue des Arms kunt u het Hôtel de Ravilhon vinden en de Poort van l'Endrevie. Links ligt het Corps de Garde, een vroegere wachtpost. Via een steile straatje kunt u omhoog naar een opening in de stadsmuur, rechts leidt een smalle trap naar de wachtomgang.

Kapel van de witte bedelmonniken

Via de Boulevard Eugène Leroy en de Rue de la Charité wandelt u naar de Kapel van de witte bedelmonniken (Chapelle des penitents blancs) ofwel de Kapel van de hervormde franciscanen (Chapelle des Recollets). In de kapel kunt u het Museum van Religieuze Kunst ofwel het Musée des Amis de Sarlat vinden.

Museum van Religieuze kunst geopend: pasen-okt. wo.-za. en ma. 10-12 u. en 15-18 u., zo. 15-18 u.

Het klooster Sainte-Claire

In de Rue Jean-Jacques Rousseau staat het voormalige klooster Sainte-Claire dat in de 17de eeuw dienst deed als armenhuis. In het verlengde van deze straat ligt de Rue du Siege met het Hôtel de Cerval, resten van de stadsmuur en de Toren van de Beul. Via de Rue des Trois Consuls en een onderdoorgang komt u ten slotte bij de Rue Rousset met een Uitkijktoren (Tour du Guet). Vandaar kunt u weer naar de Rue de la République en het Place de la Liberté wandelen.

Het Aquarium van de rivier de Dordogne

Ten noorden van de stad strekt zich de Avenue Gambetta uit waar u het Aquarium van de rivier de Dordogne (Musée de la rivière Dordogne) kunt vinden. Het museum behandelt de migratie van de verschillende vissoorten in de Dordogne; de rol van de mens op en in het water; het vervoer op de rivier; het ecosysteem van de Dordogne; en het wetenschappelijk onderzoek op en in de rivier. In 24 aquariums toont men ca. 100 vissoorten; er zijn schaalmodellen, interactieve spelletjes, drie tentoonstellingsruimten en een documentatiecentrum.

Het Aquarium van de rivier de Dordogne geopend: april-juni en sept.-nov. dgls. 10-12 u. en 14-18 u.; juli-aug. dgls. 10-19 u.

Het Automuseum

Liefhebbers van oude auto's kunnen een bezoek brengen aan het Musée Automobile de Sarlat in de Avenue Thiers 17.

Het Automuseum geopend: juli-aug. 10-12 u. en 14.30-19 u.; april-juni en sept.-nov. 14.30-18.30 u.

Toeristen-informatiekantoor: Place de la Liberté.

Stadsrondleidingen vanaf het toeristen-informatiekantoor: juni ma.-vr. 10.30 en 22 u., za. 15 u en zo. 22 u.; juli-aug. ma.-vr. 10.30, 15, 18 en 22 u., za. 15 en 22 u., zo. 10.30 en 22 u.; sept. ma.-vr. 10.30 en 21.30 u., za. 15.30 en 21.30 u., zo. 21.30 u. De avondwandelingen voeren door de met gaslampen verlichte straten en stegen!

Markten: zaterdag in de gehele oude binnenstad 8.30-17 u., alle denkbare produkten, waaronder specialiteiten van Sarlat en omgeving zoals truffels, foie gras (ganzenleverpastei), paddestoelen, ingemaakte eend en vleeswaren; woensdag Place de la Liberté 8.30-12 u. voedsel- en groentenmarkt.

Festivals: Les Musicales (begin juli) en het Theaterfestival (eind juli-begin aug.).

Trein: Het treinstation S.N.C.F. ligt 1,5 km ten zuiden van de oude binnenstad, aan het einde van de Avenue de la Gare. Buslijn B verbindt het centrum met het treinstation. Treinverbindingen met Les Eyzies (de-Tayac), Périgueux, Bordeaux en Toulouse.

Bus: Busverbindingen met Souillac en Brive (via Rouffillac; vertrek o.a. vanaf het treinstation).

10 prachtige bestemmingen in Sarlat en Dordogne en Lot