Provincie Parma

Swipe

Parma

De stad Parma ligt als de meeste steden van Emilia-Romagna aan de Via Emilia. Kunsthistorisch vertoont Parma de bouwkundige invloed van de middeleeuwse meester Antelami en qua schilderkunst van Correggio.

Geschiedenis en stadsontwikkeling

De rivier Parma verdeelt de stad in tweeën. Het politieke en culturele centrum ligt op de oostelijke oever. Om de Romeinse kern uit 183 v.C. werden tussen de 11e en 14e eeuw wijken bijgebouwd. De huidige Piazza Garibaldi, op de plaats van het forum, was steeds het politieke en commerciële centrum, ook na de tweede ommuring tijdens Theodorik in 492 en de derde tijdens bisschop Bernardo II in 1169. De bebouwing ten westen van de rivier werd in 1210 ook ommuurd. Het religieuze centrum werd direct ten noorden van de Romeinse muren gesticht. Het rechtlijnige stratenpatroon uit de Romeinse tijd is door middeleeuwse bebouwing verdwenen. De 11e-eeuwse Duomo is na een brand in 1055 en een aardbeving in 1117 hersteld in romaanse stijl. Het baptisterium, waarvan de bouw begon in 1196, is vooral het werk van bouwmeester Benedetto Antelami. Na overheersing van Milaan werd Parma in 1521 bij de Kerkelijke staat getrokken. In 1545 gaf paus Paulus III Farnese de steden Parma en Piacenza aan zijn zoon Pier Luigi Farnese. Na het door de bevolking zeer gewaardeerde bestuur van Napoleons Oostenrijkse vrouw Marie-Louise tussen 1815 en 1847 kwam het hertogdom in 1860 bij het nieuwe koninkrijk Italië.

Bezienswaardigheden

Om het Piazza del Duomo staan de Duomo, het baptisterium en het bisschopspaleis; het is een zuiver middeleeuws plein. De bouw van de Duomo begon in 1059 maar de huidige vorm dateert uit de 12e eeuw. De strenge voorgevel is een klassiek voorbeeld van romaanse architectuur uit de Po-delta. Hij vertoont drie rijen loggia’s en een portaal met ervoor een protiro (voorportaal) met een nis erboven, vervaardigd door Giambono da Bissone (1281) en versierd met voorstellingen van de maanden. De hoge bakstenen toren met biforen stamt uit 1294. Het hoogtepunt is het schilderwerk binnen in de koepel. Daar is een grandioos werk van Correggio, ‘Assunzione della Vergine’, te zien dat de schilder na 6 jaar werk voltooide in 1530. In het rechtertransept bevindt zich een reliëf met de ‘Deposizione’(kruisafname) van Benedetto Antelami uit 1178. In het presbyterium is 12e-eeuws houtsnijwerk, in de apsis staat een marmeren bisschopszetel uit de 12e eeuw met reliëfs van Antelami. In het koor is inlegwerk van Cristoforo da Lendinara (12473). De vloer van de crypte heeft oudchristelijke mozaïeken.

Het Baptisterium schuin tegenover de Duomo is een romaans-gotische constructie, gebouwd tussen 1196 en 1270. De bekleding van het achtkantige gebouw is van roze marmer. De reliëfs aan de drie portalen en de beelden in de nissen - werk van Benedetto Antelami - behoren tot de belangrijkste voorbeelden van romaanse beeldhouwkunst. Binnen zijn twee rijen loggia’s en een slanke koepel met ribben. De beelden en reliëfs stellen de maanden voor, de seizoenen en de tekens van de dierenriem. De fresco’s in Byzantijnse stijl op de lunetten en de koepel dateren uit de tweede helft van de 13e eeuw. In het midden staat een dubbele doopvont uit de 13e eeuw, één voor onderdompeling en één voor besprenkeling.

Achter het benedictijner klooster San Giovanni, op Borgo Pipa 1, staat de oude apotheek Spezieria di San Giovanni Evangelista. Hij is gesticht in 1201 door de monniken en was in bedrijf tot 1766. In drie zalen met fresco’s en betimmering uit de 16e tot de 18e eeuw staan 192 apothekerspotten uit de 15e tot 17e eeuw van keramiek, grote vijzels en in een vierde vertrek distilleerketels, kolven en oude instrumenten.

Achter de dom staat San Giovanni Evangelista, een renaissancekerk uit 1510 met een 17e-eeuwse toren en gevel. Beroemd is hierin de frescocyclus van Correggio uit 1520-23 en van Parmigianino. De versiering van de plafonds en de kandelabers is van M. Anselmi (1520). Het aangrenzende klooster heeft drie 16e-eeuwse kloostergangen. De tweede, Chiostro del Pozzo of del Capitolo heeft een mooi portaal en twee marmeren biforen, vervaardigd door A. d’Agrate. Van hier heeft men toegang tot de kapittelzaal met nog drie fresco’s van Correggio.

Piazza Garibaldi, het stadscentrum, heeft een 17e/18e-eeuws karakter. Achter het standbeeld van Garibaldi staat het Palazzo del Governatore met een toren uit 1673; verder staan aan het plein het Palazzo del Comune (1673) en het 13e-eeuwse Palazzo del Podestà.

De kerk Madonna della Steccata is een renaissancegebouw uit 1521-25, gebouwd door B. en G. Zaccagni in de vorm van een Grieks kruis, met halfronde apsissen en koepels. Binnen bevinden zich fresco’s uit de school van Parma (16e eeuw). In het ondergewelf staan de graftombes van de Farnese, hertogen van Parma. Ook de vroegere echtgenoot van prinses Irene, Carlos Hugo van Bourbon-Parma, is hier bijgezet.

Aan de oever van de rivier Parma staat het Palazzo della Pilotta, een imposant gebouw, gebouwd tussen 1583 en 1622 op last van de Farnese. De naam is afkomstig van het Spaanse balspel pelote, ‘pilotta’, dat op de binnenplaats werd gespeeld. In het paleis zijn ondergebracht het Museo Archeologico Nazionale, de Galleria Nazionale - een van de rijkste van Italië - en de Biblioteca Palatina.

Deze musea danken hun bestaan aan de verzamelwoede van de 18e-eeuwse Bourbons. De verzameling van het Museo Archeologico Nazionale is bijeengebracht door Filippo I van Bourbon in 1760, met als begin de vondsten uit de Romeinse stad Velleia. Begin 19e eeuw werd een Egyptische collectie toegevoegd en keramiek van Italische en Etruskische oorsprong, Etruskische bronzen beelden en urnen, munten, een paneel met de ‘Lex de Gallia Cisalpina’, maar bovenal de ‘tabula alimentaria’ uit de tijd van keizer Traianus.

De Galleria Nazionale is vooral van belang voor de schilderkunst uit Parma in de 15e tot 18e eeuw, met enkele topstukken van Correggio. De middeleeuwse sectie toont kapitelen van Antelami, schilderijen van Gaddi, Veneziano, Beato Angelico en Daddi uit de 14e en 15e eeuw. Van Leonardo da Vinci is een schets van een meisjeskopje te zien.

Een deel van het paleis wordt ingenomen door het imposante Teatro Farnese uit 1618, grotendeels hersteld na de oorlogsschade van 1944. Het is een kopie van Palladio’s beroemde Teatro Olimpico in Vicenza. In 1628 vond hier een spectaculaire voorstelling plaats voor de ogen van vele edelen uit heel Europa ter ere van Margherita de Medici, die in de Farnese-familie trouwde. Een waterval viel in bakken waarin zeemonsters, draken, walvissen en haaien rondzwommen. Ook de decors waren fantastisch. Er konden kastelen, tuinen, rotsen en stranden opgeroepen worden.

In het stadsdeel aan de overkant van de rivier Parma ligt het Palazzo Ducale uit 1561 in een 20 ha groot park. Even ten zuiden van dit Parco Ducale staat het geboortehuis van de grootste Italiaanse dirigent, Arturo Toscanini (1867-1957). Enkele kilometers zuidelijker is op de stadsbegraafplaats Cimitero della Villetta het graf van de grote violist Niccolò Paganini, die in 1840 stierf.

Provincie Parma

10 prachtige bestemmingen in Parma en Emilia-Romagna