Geboorte en doop
Van oudsher is het gebruik dat moeder en haar pasgeboren kind na de geboorte veertig dagen lang binnen moeten blijven. Op het platteland is dit gebruik nog steeds in zwang. Na die veertig dagen wordt het kind in de kerk gezegend. Het kind krijgt geen naam bij de geboorte, maar heet gewoon ‘baby’ tot het gedoopt is. Dat gebeurt meestal in het eerste levensjaar. Tot de doop worden de haartjes niet geknipt.
Tijdens de doopplechtigheid spelen de ouders geen rol van betekenis. De nounós of nouná (peetouders) zijn de belangrijkste personen. Zij zullen zich dan ook de rest van hun leven verantwoordelijk voelen voor hun petekind en zorgen dat het niets tekort komt.
De nounós of nouná houdt het kind vast en zegt de geloofsbelijdenis op. Daarna wordt de baby naakt drie keer ondergedompeld in heilig water, ingesmeerd met olijfolie, waarna de papás een lokje van het haar afknipt. Vervolgens wordt het kind mooi aangekleed en krijgt het een gouden kruisje om de nek en dan is het uiteraard feest.
Gerelateerde onderwerpen
Dood
Als er iemand gestorven is, wordt dat aangekondigd via aanplakbiljetten op muren, bomen en lantaarnpalen. Ook herdenkingsdiensten worden zo kenbaar gemaakt. De...Huwelijk
Tot voor kort was het kerkelijk huwelijk het enige wettelijke huwelijk in Griekenland. Sinds begin jaren tachtig mag men ook voor de burgerlijke stand trouwen,...Pasen
Pasen is het belangrijkste kerkelijke feest in het Grieks-orthodoxe geloof . Slechts een keer in de zes jaar valt het orthodoxe paasfeest samen met het...