Nieuw-Zeeland

Swipe

Sport en outdoor-activiteiten

Bergbeklimmen is vooral populair in het Westland National Park, het Mount Aspiring National Park en het Mount Cook National Park. De moeilijkste beklimmingen zijn die van Mount Cook (3764 m), Mount Tasman (3497 m), La Perouse (3078 m) en Mount Sefton (3157 m). Deze alpen zijn alleen geschikt voor zeer ervaren bergbeklimmers, die over een goede alpine-uitrusting beschikken. Op deze toppen heeft Sir Edmund Hillary zich voorbereid op zijn succesvolle Mount Everest-expeditie. Minder ervaren klimmers kunnen op het Noordereiland de hellingen van de Mount Taranaki (2517 m) of de hellingen van de vulkanen in het Tongariro National Park beklimmen. Informeer altijd naar de actuele klim- en wandelcondities en het weerbericht. Maak uw klimplannen bekend. Het klimseizoen loopt van oktober tot mei, hoewel ook steeds vaker in de winter wordt geklommen. De granieten Dairan Mountains in het Fiordland National Park lenen zich goed voor het klauteren tegen steile rotswanden.

Bowls wordt op gemillimeterde gazons of kunstgras gespeeld door in hagelwit geklede spelers. Dit spel heeft erg veel weg van het Franse jeu-de-boules. Met ballen, die de vorm hebben van Edammer kazen, proberen de spelers een weggeworpen balletje (de jack) te raken. Vanwege de aparte vorm van de bal kunnen er verrassende effecten mee gegeven worden.

Bungy-jumpen is erg populair bij jongeren. Zij springen met een elastieken koord rond de enkels van een tientallen meters hoog platform de diepte in. Vervolgens schieten ze tientallen meters omhoog tot net onder de brug of het platform vanwaar gesprongen is. Tijdens de sprong kunnen snelheden tot 150 km per uur bereikt worden. De initiatiefnemer van de bungy-jump is A.J. Hackett, die op het idee kwam na het zien van een film over rituelen op de Nieuwe Hebriden. Op dat eiland in de Stille Oceaan moeten pubers om de status van een volwassen man te bereiken, met een touw aan hun enkels een dodensprong maken. In 1988 besloot Hackett de bungy-jump commercieel te maken. Met groot succes. Bij Queenstown kunt u op meerdere locaties bungy-jumpen. Het populairst is een sprong vanaf de 45 m hoge Kawarau Bridge, ten noorden van Queenstown. Spectaculairder is een sprong vanaf de 71 m hoge Skippers Canyon Bridge. Een sprong is hier vanwege de moeilijke bereikbaarheid van de brug wel duurder. In dezelfde kloof kunt u vanaf een 102 m hoge pijplijn springen. Nieuw is een sprong vanaf de Nevis Highwire (134 m). In Queenstown zelf kunt u bij het restaurant op Bob’s Peak de sprong wagen. Op het Zuidereiland kunt u verder nog in de Waiau Gorge bij Hanmer Springs jumpen. Op het Noordereiland kunt u bungy-jumpen in Auckland (vanaf de brug en de Sky Tower), Ohakune en Taupo.

Diepzeeduiken kan op vele plaatsen voor de kust, maar een aantal locaties springt er uit. De Poor Knights Islands liggen ongeveer 20 km ten noordoosten van Northland. Bij deze eilanden kan het zicht onder water bij ideale omstandigheden maar liefst zeventig meter bedragen. Behalve prachtige vissen ziet u er koraalriffen, grotten en scheepswrakken. In Northland kunt u bij de Cavalli Islands naar het wrak van het Greenpeace-schip de ‘Rainbow Warrior’ duiken. In de Bay of Island treft u het gehele jaar door goede duikomstandigheden aan. Op het Noordereiland zijn verder de kust bij het schiereiland Coromandel en de Hauraki Golf goede duiklocaties. Op het Zuidereiland kunt u naar scheepswrakken duiken in de Marlborough Sounds. Ook de wateren rondom het eiland Stewart lenen zich om te duiken. De temperatuur van het water is bij de Poor Knight Islands, de Bay of Islands en het schiereiland Coromandel zeer aangenaam. Meestal ergens tussen de 14 en 22 graden Celsius. Hoe zuidelijker u duikt, des te lager de temperaturen. In de periode januari tot en met april zijn de duikomstandigheden het gunstigst. Het zeewater is dan namelijk erg rustig. In het voorjaar en het begin van de zomer kan er veel plankton in zee aanwezig zijn, wat het zicht nogal belemmert. Een duikuitrusting wordt alleen verhuurd op vertoon van uw duikcertificaat en logboek.

Golf wordt door de Kiwi’s voornamelijk beoefend in de periode mei tot en met oktober. Ze geven in de overige maanden de voorkeur aan watersportactiviteiten. Aangezien de meeste toeristen Nieuw-Zeeland in de periode oktober tot en met maart bezoeken, kunnen ze op vrijwel lege golfbanen terecht. Bij vrijwel alle golfclubs zijn bezoekers van overzee van harte welkom. Na het betalen van een green fee mag u de baan op.

Kanoën en kajakvaren kan op zowel het Noorder- als Zuidereiland. Huur voor enkele uren een kano of kajak en verken een rivier, meer of kust. Kanotochten van één dag zijn op het Noordereiland te maken vanuit Hamilton, Taupo, Rotorua en Gisborne. Op het Zuidereiland vanuit Queenstown, Christchurch, Wanaka en Fox Glacier. Het is avontuurlijker om aan een georganiseerde meerdaagse kanotocht deel te nemen. Tenten, voedsel, regenpakken en zwemvesten zijn bij de prijs inbegrepen. Het vervoer van materiaal en rugzakken gebeurt meestal per auto. Kleding is het enige waar u zelf voor moet zorgen. Dergelijke tochten staan onder leiding van een of meer ervaren gidsen. Het is geen probleem als u over geen of weinig ervaring beschikt. Want de meeste kanotochten worden op rustige wateren gehouden. Op het Noordereiland kunt u op de rivier de Whanganui meerdaagse kano- en kajaktochten maken. U vaart door nauwe kloven en langs steile rotswanden. Aan weerskanten van de rivier ligt een dichtbegroeid regenwoud met metershoge boomvarens. Het is raadzaam vroegtijdig te reserveren. Op het Zuidereiland kunt u gedurende het hele jaar meerdaagse kajaktochten maken in de rustige zee rond het Abel Tasman National Park. Vanuit Picton is per kano het Marlborough Sounds Maritime Park te verkennen. In het Paparoa National Park aan de westkust kunt u kanoën door smalle kloven in het regenwoud.

Paardrijden is een ideale manier om de schoonheid van het landschap te ervaren. Er zijn tal van maneges waar u een paard of pony kunt huren voor een tochtje in de omgeving of het maken van een meerdaagse tocht onder leiding van een ervaren gids. U overnacht dan in tenten. Bij een groot aantal maneges kunnen kinderen paardrijlessen krijgen. De meeste maneges zijn het hele jaar geopend en bieden vaak ook accommodatie aan.

Skiën en snowboarden is mogelijk op zowel het Noorder- als Zuidereiland. De pistes worden door kenners tot de beste van het zuidelijk halfrond gerekend. Ze zijn over het algemeen niet zo goed uitgerust als de pistes in Europa. Er is vooral een groot gebrek aan skiliften. Een skischool, waar beginners de basistechnieken van het skiën onder de knie kunnen krijgen, is meestal wel aanwezig. Ski-attributen kunnen worden gehuurd. Accommodaties liggen vrij ver van de pistes, zodat u over een auto moet beschikken. Een voordeel hiervan is dat de overnachtingsprijzen laag zijn. Op het Zuidereiland zijn de belangrijkste skipistes: de Coronet Peak en de Remarkables bij Queenstown, Treble Cone en Mount Cardrona bij Wanaka en Mount Hutt bij Methven. Kleinere pistes liggen bij St. Arnaud, Christchurch, Tekapo, Mount Cook en Wanaka. Op het Noordereiland kunt u skiën in het Tongariro National Park en het Egmont National Park. Populair, maar peperduur, is het zogenaamde heliskiën. Per helikopter worden skiërs in het hooggebergte afgezet, waarna een lange afdaling volgt. Vooral de afdalingen op de Franz Josef-, Tyndall- en Tasman-gletsjer zijn zeer spectaculair. Laatstgenoemde afdaling is maar liefst 13 km lang. Alleen geschikt voor zeer ervaren skiërs. Langlaufen is in dit land een nog jonge sport. Bij Wanaka is hoog in de bergen van de Pisa Range een parcours van 25 km lengte uitgezet. Langlaufuitrusting kan worden gehuurd. De lengte van het skiseizoen is nogal plaatsgebonden, maar loopt over het algemeen van juli tot september. In augustus is het altijd erg druk op de pistes, omdat dan de gezinnen met schoolkinderen vakantie hebben.

Skydiving is een nogal dure aangelegenheid. Reken op ongeveer NZ$200. U springt vanuit een vliegtuig, veilig vastgegespt aan een ervaren parachutist. Tijdens de vrije val worden snelheden bereikt van 200 km per uur. Parachutespringen kunt u onder andere in Auckland, Rotorua, Taupo, Nelson, Greymouth en Queenstown.

Speedbootvaren is vooral op de rivier de Shotover bij Queenstown erg populair. Maar ook op veel andere rivieren zijn speedboottochten mogelijk. Op het Zuidereiland kunt u behalve op de rivier de Shotover ook terecht op de rivieren Buller, Waimakariri, Makarora en Dart. Op het Noordereiland is een speedboottocht op de rivier de Rangitikei een aanrader. U raast door ravijnen en dichte bossen. Ervaren stuurlui sturen de speedboten over slechts enkele centimeters diepe wateren, draaien 180 graden bij topsnelheid en scheren vlak langs brugpilaren en rotswanden. Zwemvesten worden verstrekt.

Met surfen wordt in Nieuw-Zeeland brandingsurfen bedoeld. Vrijwel de gehele Nieuw-Zeelandse kust leent zich er uitstekend voor. De populairste surfkusten van het Noordereiland zijn die van Northland, Taranaki, Bay of Plenty, Gisborne en Wellington. Op het Zuidereiland is de oostkust het meest geschikt. Bij populaire surfstranden worden surfplanken verhuurd. Windsurfen (plankzeilen) kan op alle grote meren worden beoefend. Surfplanken zijn er meestal wel te huur. Vissen op forel kan in nagenoeg alle meren en rivieren. Op het Noordereiland kunnen in het Taupomeer en de rivier Tongariro enorme regenboogforellen worden gevangen. Op het Zuidereiland krijgt u in veel gevallen een bruine forel aan de haak. Het zomerseizoen voor forelvissen begint in oktober en eindigt in april. Zalm zwemt in de rivieren die aan de westkust van het Noordereiland in de Tasmanzee uitmonden. Op het Zuidereiland zijn juist de rivieren zalmrijk die aan de oostkust de Stille Oceaan instromen. Januari tot en met maart zijn de beste maanden om op zalm te vissen. Een visvergunning is verplicht. Er zijn speciale toeristenvergunningen voor een maand te koop. Deze gelden voor nagenoeg alle meren en rivieren in Nieuw-Zeeland. Aangezien u niet elke dag zult vissen, is het beter in de diverse districten een visvergunning te kopen op het moment dat u er een nodig heeft. Visvergunningen zijn verkrijgbaar bij de grotere sportwinkels. Ieder district heeft vangstbeperkingen, waaraan u zich dient te houden. Big game fishing of wel vissen op open zee wordt veel beoefend voor de noordoostkust van het Noordereiland. Het seizoen loopt in het algemeen van januari tot april. Een visvergunning is niet nodig. Diverse soorten marlijn, tonijn, hamervissen en haaien kunnen worden gevangen. Big game-clubs nemen u tegen betaling graag mee voor een vistrip op open zee. Zij zorgen voor een gunstige visplek, hengels en aas.

Wildwatervaren (rafting) biedt spanning, angst en sensatie. Er zijn op beide eilanden voor zowel beginners als gevorderden vele mogelijkheden om deze spectaculaire sport te beoefenen. Op het Noordereiland is de snelstromende rivier de Wairoa een aanrader. Deze rivier ontspringt in het Kaimai-gebergte en mondt bij Tauranga uit in de Stille Zuidzee. De Wairoa kent kalme wateren, afgewisseld met korte, maar zeer heftige stroomversnellingen. Andere geschikte rivieren zijn de Motu, de Mohaka, de Ngaruoro en de Rangitikei. Op het Zuidereiland zijn de rivieren de Kawarau en de Shotover bij Queenstown, de rivier de Rakaia bij Christchurch en de onstuimige rivier de Landsborough de belangrijkste wateren om rafting te beoefenen. Het raftseizoen valt in de maanden oktober tot en met maart, maar blijft altijd afhankelijk van de watercondities. Om te mogen raften moet u ouder zijn dan dertien jaar en kunnen zwemmen. Reddingsvesten en valhelmen worden verstrekt.

Zeilen is erg populair. In veel kustplaatsen zijn zeilboten met of zonder schipper te huur. Omdat het huren van een zeilboot nogal prijzig is, wordt aangeraden dit altijd met een groep te doen. De populairste zeilgebieden op het Noordereiland zijn: de Bay of Islands, de Hauraki Golf, het Taupomeer en de natuurlijke haven van Wellington. Op het Zuidereiland: de Marlborough Sounds.

Zorbing is ook al weer zo’n vreemde Nieuw-Zeelandse sport. In Queenstown en Rotorua kunt u in een drie meter dikke doorzichtige pvc-bal kruipen, waarin u wordt beschermd door een vijftig centimeter dik luchtkussen. Vervolgens wordt de bal een steile helling afgerold, waar het een maximumsnelheid van ongeveer 50 km per uur haalt. In de bal lijkt die snelheid veel hoger.

Zwemmen kan beslist niet overal. Zeker niet aan de westkust, die wordt gekenmerkt door grillige rotsformaties, op de kust beukende golven en gevaarlijke onderstromingen. Op veel plaatsen aan de westkust is zwemmen zelfs levensgevaarlijk. De oostkust daarentegen is veel lieflijker, met mooie zandstranden, rustige baaien en over het algemeen veilige zwemcondities. De beste zwemplekjes op het Noordereiland zijn: de Bay of Islands, het schiereiland Coromandel, de Bay of Plenty, de Oostkaap en Hawke’s Bay. Op het Zuidereiland zijn de Golden Bay, het Abel Tasman National Park en grote delen van de oostkust veilige zwemlocaties.