Osnabrück en Bentheim

Swipe

Widukind, de bekende onbekende

Iedereen heeft van hem gehoord, hij leeft voort in sagen en verhalen en in vele gedaanten. In sommige geschriften wordt hij als koning betiteld, in andere als hertog, in weer andere als rebel. Niemand lijkt precies te weten wanneer hij geboren is, niemand lijkt precies te weten wanneer hij stierf. Maar hij is er. Osnabrücker Land en Widukind, ook wel Wittekind genoemd, zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden en op vele plaatsen is hij bijna tastbaar aanwezig. Geschiedkundig onderzoek haalde hem dan ook voor een belangrijk gedeelte uit de anonimiteit.

De eerlijkheid dient te zeggen dat de geschiedschrijvers het op een aantal punten nog steeds met elkaar oneens zijn. In grote lijnen komt het volgende naar voren. Hertog Widukind van Saksen was de zoon van hertog Warnekin van Saksen en gehuwd met Geva von Westfold. Uit dit huwelijk zou een dochter geboren zijn: Hasela van Saksen. Widukind werd in 752 geboren, in 785 gedoopt en overleed op 7 januari 809.

In 768 overleed de Frankische koning Pepijn III en werd opgevolgd door zijn beide zoons Karloman en Karel. Deze twee konden slecht met elkaar overweg en na het overlijden van Karloman in 771 trok Karel alle macht naar zich toe en stelde zich ten doel het christendom in zijn gehele rijk als staatsgodsdienst in te stellen en zijn onderdanen, goedschiks of kwaadschiks, te dopen. Nog in datzelfde jaar deed hij een poging om de Saksen te onderwerpen, maar stuitte daarbij op zeer veel verzet. Toen hij in 772 het belangrijkste Germaanse heiligdom, de Irminzul bij Eresberg, verwoestte en daarna nog tal van andere bezittingen van de Saksen platbrandde, verenigden de Saksen zich onder Widukind, een van de 12 edelen die samen min of meer het bestuur vormden over Saksenland.

In 775 zagen de Saksen kans om Eresberg te heroveren, maar de veel beter getrainde overmacht van Karel I (de Grote) sloeg hard terug en ten bewijze van zijn macht organiseerde Karel in 777 een (Frankische) rijksvergadering op Saksisch grondgebied, Widukind vluchtte naar Denemarken. De eerste massale doop van Saksen vond in dat jaar plaats. In 778 was Widukind echter al weer terug en zette de vervolging van de christenen in gang. Vele kerken werden platgebrand, beelden werden verwoest. Een aantal monniken wist te ontkomen met de stoffelijke resten van Bonifatius. Karel verbleef op dat moment in Spanje. Bij zijn terugkeer naar Saksen dwong hij de adel niet alleen tot overgave, maar ook om zich te laten dopen hetgeen gebeurde, met uitzondering van Widukind. Hij werd hierdoor mateloos populair bij 'de gewone man' en door hen op handen gedragen.

Widukind recruteerde onder de bevolking een groot leger en in 782 zag hij met zijn troepen kans om een belangrijk deel van Karels keurtroepen te verslaan. Dat leidde vanzelfsprekend tot represailles. Karel ontbood 4.500 hoofdmannen voor een proces, Widukind ontbrak en dat veroorzaakte het 'bloedbad van Verden'. Alle 4.500 hoofdmannen werden gedood. In 783 ondernam Widukind met zijn troepen een nieuwe poging, maar delfde tot tweemaal toe het onderspit. Widukind vluchtte wederom naar Denemarken.

In 785 keerde hij terug maar werd door de troepen van Karel gevangengenomen. Volgens sommige lezingen werd hij daarbij onthoofd, andere lezingen spreken van een publiekelijke doop waarbij Karel persoonlijk als peter fungeerde.

Niet veel later vaardigde Karel zijn beruchte Capitularia uit, een aantal wetten die voorschreven dat ieder zich moest laten dopen, tenzij de voorkeur werd gegeven aan de doodstraf. Dezelfde straf werd in het vooruitzicht gesteld voor het ombrengen van een geestelijke, het participeren in een samenzwering tegen het christendom of de deelname aan niet-christelijke feesten.

Vanaf 797 werden de Saksen massaal (men spreekt over 1/3 van de totale bevolking) gedeporteerd naar Frankische delen van het rijk van Karel teneinde te integreren in de christelijke cultuur. Pas in 802 vond echter de uiteindelijke capitulatie van de Saksen plaats en werd het een Frankisch vorstendom.

Widukind trok zich terug op de Wittekindsburg, ten noorden van het huidige Osnabrück. De verhalen over zijn heldendaden leefden voort onder de bevolking en ze werden steeds groter en talrijker. Nog steeds wordt hij geprezen als held van de Saksen, dapper en trots, vrijheidslievend en onafhankelijk, doorgaans afgebeeld op een zwart paard.

Osnabrücker Land