Rusland

Swipe

Natuur, flora en fauna

Ecologische problemen

In de Sovjettijd behoorde 6 % van het totale grondgebied tot natuurreservaten en nationale parken. Met het verdwijnen van de Sovjet-Unie is het toezicht echter sterk verminderd door geldgebrek. Daarom zijn de parken in de laatste jaren een doelwit geworden van stropers en illegale houtkap. Nu zijn de normen op ecologisch gebied in de Sovjet-Unie verder nooit hoog geweest. Industrialisatie en landbouwproductie gingen altijd voor en op schadelijke neveneffecten werd geen acht geslagen. Zo kon het Aral-meer opdrogen door excessief watergebruik ten behoeve van de katoenplantages, deed men achteloos over weglekkende olie in ondeugdelijke leidingen, werden hele gebieden onvruchtbaar door het excessief delven van grondstoffen en naar de schadelijke gevolgen rond nucleaire fabrieken of testgebieden werd niet gekeken. Lang voor de catastrofale ontploffing van de kerncentrale in Tsjernobyl in 1986 was er in 1957 een kernramp in Tsjeljabinsk, die geheel werd verzwegen. Atoombomproeven in Choekotka en op Novaja Zemlja zorgen nu nog voor veel radioactieve straling in het noorden van Siberië.

De instorting van de Sovjet-Unie was voor korte tijd voordelig voor het milieu vanwege de afnemende productie en grootscheepse sluiting van (uiteraard vervuilende) fabrieken, maar de toenemende welvaart heeft dit weer ongedaan gemaakt. De lekkages zijn erger geworden, de uitstoot van CO2 is gestegen door de toename van het aantal auto’s en in Siberië vindt op grote schaal ontbossing plaats door buitenlandse ondernemingen. Nog steeds verergert de vervuiling die het gevolg is van winning van delfstoffen als nikkel, ijzererts en goud. Drinkwater is onveilig vanwege roest en chloor in de antieke pijpleidingen, rivieren zitten vol industrieel afval en open afwatering van rioleringen en andere vervuilende stoffen, zoals pesticiden en meststoffen. De reservaten en nationale parken die in de Sovjettijd zijn ingesteld, lijden onder verwaarlozing, slecht beheer en stroperij. De kaviaar leverende steur wordt bedreigd door overbevissing.

Het landschap

Het klassieke beeld van het Russische platteland is er een van golvende velden en bossen, brede bochtige rivieren en boerendorpen met houten izba’s. Dit beeld is nog steeds overal terug te vinden. Op die lichtglooiende vlaktes worden open ruimtes afgewisseld met naald- en loofbossen. De veruit meest voorkomende boom is de berk. Naaldwouden zijn er vooral in het noorden en uiteraard ook in Siberië. Ze vormen eigenlijk het grootste aaneengesloten bos ter wereld. In dit bosrijke gebied leven vooral beren, herten, wolven, lynxen en vossen. Deze ‘taiga’ wordt doorsneden door rivieren die langer dan de helft van het jaar zijn dichtgevroren.

Ten noorden van de taiga ligt de boomloze toendra op een permanent bevroren ondergrond. Door de intense kou en de lange winters groeien er alleen mossen, korstmossen en, in het zuidelijke gedeelte, dwergstruiken. De gemiddelde jaartemperatuur ligt rond -10°C. Alleen tijdens de korte zomer wordt het bodemoppervlak enkele decimeters ontdooid. In deze toendra kunnen weinig dieren overleven. Je vindt er voornamelijk alleen rendieren en lemmings.

Ten zuiden van de taiga vinden we uitgestrekte graslanden, de steppes. Het is een grote gordel van open grasland, die zich uitstrekt van de Zwarte Zee tot Mantsjoerije. In loop van millennia is het plantenmateriaal afgebroken tot een donkere, humusrijke aarde, de ‘zwarte aarde’ (tsjerno zjom) die zeer geschikt is voor de landbouw. Het dierenleven op de steppen bestaat everzwijnen en verschillende antilopensoorten.

10 prachtige bestemmingen in Rusland